Innovatief contracteren: meer gezondheidswinst per euro
Datum: 19 april 2018Het Gezondheidscentrum De Roerdomp in Nieuwegein heeft het, samen met hun collega’s van de gezondheidscentra in Nijkerk, aangedurfd om innovatief te contracteren. Het leidde tot een transmuraal meerjarig ‘shared savingscontract’ met zorgverzekeraar Zilveren Kruis. De zorgverleners krijgen nu een beloning voor hun toegevoegde waarde en dat is het voorkomen, vertragen, verminderen of zelfs verhelpen van ziekte. Ze kunnen nu persoonsgericht maatwerk leveren. Een hele omslag.
Het moet anders én beter kunnen: de zorgverleners wilden meer dan alleen zieke mensen beter maken, maar ook voorkomen dat ze ziek worden of dat hun ziekte verergert. Hun streven: meer persoonsgerichte zorg, meer zorg op maat leveren, met als resultaat betere gezondheidsuitkomsten. Dat leidt tot minder zorgvraag, een betere kwaliteit van leven en uiteindelijk lagere zorgkosten.
Voorkomen van heropnames
Met dat uitgangspunt zaten de directies van de centra een paar jaar geleden aan de onderhandelingstafel met Zilveren Kruis. Jurriaan Pröpper, directeur van OptiMedis die organisaties begeleidt bij dit soort trajecten, herinnert zich nog goed wat de zorgverzekeraar letterlijk zei. “Dat de huisartsen de gemakkelijke patiënten uit het ziekenhuis moesten overnemen. Dat zou een besparing van ongeveer honderd euro per patiënt opleveren. Daar pasten de centra voor. Zij wilden zich gaan richten op het voorkomen van eerste opnames en heropnames; dat zou een veel grotere verbetering en besparing opleveren. De opbrengst van substitutie wordt immers teniet gedaan als andere patiënten toch meer naar het ziekenhuis moeten.”
“Zorgverleners willen financieel beloond worden voor hun streven mensen duurzaam te behandelen”
Integraal contract volgens principes van triple aim
De centra stelden voor dat zij verantwoordelijk worden voor alle kosten die het gevolg zijn van een chronische aandoening: de som van specialistische ziekenhuiszorg, huisartsenzorg, paramedische en farmaceutische zorg. Met een dergelijk integraal contract konden de zorgverleners zelf de zorg inrichten, volgens de principes van triple aim: verbetering van gezondheid en kwaliteit van leven, tegen lagere kosten. Het streven daarbij was ombuiging van de totale kosten voor alle verzekerden. De besparingen krijgen ze grotendeels terug om te kunnen investeren in bijvoorbeeld geïndiceerde preventie, betere diagnostiek of een zorginnovatie.
Duurzaam behandelen belonen
Carl Verheijen, destijds als directeur van de Nijkerkse gezondheidscentra en betrokken bij de onderhandelingen, legt uit: “Ons streven was mensen duurzaam gaan behandelen, proberen ziekten te voorkomen of uit te stellen, zodat we minder longpatiënten zouden krijgen en patiënten minder last van hun aandoening zouden ondervinden. Daar wilden we financieel voor beloond worden. Met de gedachte dat dit in de toekomst tot minder zorgkosten leidt en mensen meer kwaliteit van zorg en leven ervaren.”
Van standaardzorg naar persoonsgericht maatwerk
Wat is er anders aan deze nieuwe manier van contracteren? De professionals werden voorheen betaald voor het uitvoeren van handelingen of programma’s zonder dat ze wisten of dit bij dezepatiënt echt tot meer gezondheid leidde. Ze deden bij iedereen wat afgesproken was: standaardzorg. Nu kunnen ze persoonsgericht maatwerk leveren. Daar komt iets anders bij: ze proberen niet alleen maar patiënten uit het ziekenhuis te halen en in de eerste lijn te behandelen, maar daadwerkelijk samen met de specialisten en het ziekenhuis de juiste patiënt op de juiste plek door de juiste zorgverlener met de juiste middelen en interventies te behandelen.
In Nijkerk sloten de gezondheidscentra een contract af voor de gehele chronische longzorg en in Nieuwegein voor de chronische hart- en vaatzorg. Ze krijgen een vast bedrag extra per verzekerde dat deels afhankelijk is van te realiseren ‘shared savings’.
Inzicht in zorggebruik vereist
Wat kunnen we verbeteren en bereiken bij elke groep patiënten? Hoe kunnen we samen de zorg zo rendabel mogelijk inrichten? Welke afspraken zijn nodig en hoe stemmen we die op elkaar af? Pröpper: “Zorgverleners moeten inzicht hebben in het zorggebruik. Ze zijn gaan kijken welke factoren van de inhoud van de zorg zij kunnen beïnvloeden. Kunnen ze patiënten stimuleren tot meer zelfzorg, tot zelfmonitoring? Hoe kunnen ze deze patiënten daarbij ondersteunen? Er komt een ander gesprek op gang. Je moet kijken welke groepen een risico lopen en om hoeveel mensen het gaat. Hoe ga je die opsporen, wat is voor hen passende, zinnige zorg? Het doet een beroep op de mensenkennis en deskundigheid van de professionals.”
Verheijen: “We zijn ons hele proces en systeem anders gaan inrichten. We hadden data uit het COPD-ketenzorgprogramma die de kwaliteit van zorg meten en zichtbaar maken. Maar in dat programma wordt data verzameld om te kunnen declareren bij de zorgverzekeraaar en te verantwoorden wat je hebt gedaan. Wij hadden andere data nodig. Je wilt bijvoorbeeld weten waarom de medicatie bij een patiënt niet of juist wel werkt.”
Samenhangende zorg met ontschotting
Pröpper: “Het is value based, waardegedreven zorg, die ook past bij de beweging van ziekte en zorg naar gezondheid en gedrag. We zien transmurale contractering in meer plaatsen ontstaan, al is het niet overal gericht op de totale populatie en kosten met verdeling van de resultaten.”
Verheijen: “Ik zie het echt als een instrument om samenhangende zorg met ontschotting te realiseren. Ook met gemeenten kunnen multidisciplinaire samenwerkingsverbanden, zoals gezondheidscentra, dit soort ‘shared savings’ contracten, over de diverse domeinen heen, sluiten.”
Lees ook het interview met Jan Joost Meijs, tot voor kort directeur van Gezondheidscentrum de Roerdomp: Van ziektemodel naar buurtgezondheid.
Corina de Feijter