Indicatie voor eerstelijnsverblijf door huisarts of specialist

Indicatie voor eerstelijnsverblijf door huisarts of specialist

Datum: 23 november 2016

eerstelijnsverblijf_zorgenzMet ingang van 1 januari 2017 moet de huisarts of de medisch specialist de afweging maken of patiënten in aanmerking komen voor het eerstelijnsverblijf. Zij worden daarin ondersteund door het afwegingsinstrument. In principe heeft de huisarts de verantwoordelijkheid over de laagcomplexe zorg en de specialist ouderengeneeskunde over de hoogcomplexe zorg. In deze indicatiestelling is geen rol meer weggelegd voor het CIZ.

Deze regels zijn niet in beton gegoten. Afwijkingen betreffende de verantwoordelijkheidsverdeling zijn mogelijk, indien andere regionale, lokale of op de situatie van de patiënt afgestemde afspraken zijn gemaakt.

Kortdurende verblijf
Een eerstelijnsverblijf is bedoeld voor kwetsbare mensen die tijdelijk niet in hun eigen woning kunnen verblijven, maar waarvoor opname in een ziekenhuis of andere zorginstelling niet nodig is. Het betreft dus een medisch noodzakelijk kortdurend verblijf in een zorginstelling, waarbij de zorg is gericht op het herstel van de patiënt en de terugkeer naar huis. Ook wel genoemd: ‘verblijf in verband met zorg, zoals huisartsen die plegen te bieden’. De zorg omvat o.a.: observeren, bewaken, diagnosticeren en medicatie toedienen. Per 1 januari 2017 valt het eerstelijnsverblijf onder de zorgverzekeringswet en niet meer als subsidie onder de Wet langdurige zorg.

Herzien afwegingsinstrument
Om te komen tot een objectief en duidelijk proces hebben Verenso en de LHV al eerder een afwegingsinstrument opgesteld. Inmiddels is er een geactualiseerde versie verschenen: ‘Afwegingsinstrument voor opname eerstelijnsverblijf 2.0‘. Het bevat geen afvinklijst, omdat dat vanwege de vaak complexe casuïstiek niet mogelijk is. Het is meer een “afwegingsboom”, die de inhoudelijke afwegingen van de zorgverlener ondersteunt om te komen tot passende zorg.  Voor de afweging van passende zorg is het van belang de juiste professionals te betrekken. Dat zijn vaak de huisarts, transferverpleegkundige, wijkverpleegkundige, specialist ouderengeneeskunde of maatschappelijk werker.

Het afwegingsinstrument bestaat uit:
-1- Afwegingsondersteuning als een patiënt geen medische interventie behoeft, maar mogelijk niet zonder aanvullende zorg naar huis kan of thuis kan blijven
-2- Vertaling van de verschillende voorzieningen naar de financiële kaders.

(Foto: Syda Productions/Shutterstock)

 

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *