Huisartsen uit kwetsbare wijken gaan aan de slag met aanpak Krachtige basiszorg

Huisartsen uit kwetsbare wijken gaan aan de slag met aanpak Krachtige basiszorg

Datum: 6 februari 2019

In Rotterdam, Amsterdam, Den Haag en Utrecht voeren huisartsen met eigen praktijken en in gezondheidscentra de integrale wijkaanpak Krachtige basiszorg in, ontwikkeld in de Utrechtse wijk Overvecht. Ze hebben meer tijd voor de patiënt, gaan anders werken en de zorg op een andere manier organiseren. Door personeel anders in te zetten, huisartsen te ontzorgen en nog meer echt samen te werken met partners in de wijk en met de gemeente, is er voor patiënten met complexe problemen meer aandacht en tijd, waardoor zij passende zorg op de juiste plek krijgen. De implementatiefase van deze vernieuwende aanpak duurt twee jaar.

De Achterstandsfondsen in de vier grote steden ondersteunen dit traject samen met Zilveren Kruis en CZ. Ook InEen, LHV en NHG ondersteunen het. Dit is bekendgemaakt tijdens de derde bijeenkomst ‘Zorg om de zorg voor Nederland’, waarin de problematiek rond huisartsenzorg in kwetsbare wijken centraal stond.

4D model geeft inzicht in levensgebieden
De kern van Krachtige basiszorg is dat patiënten met meerdere problemen op een aantal levensgebieden integrale begeleiding en zorg krijgen van het netwerk van partners dat actief is in de wijk. Huisartsen gebruiken hiervoor het 4D model dat inzicht geeft in wat er speelt bij de patiënt op vier domeinen: lichaam, maatschappelijk, sociaal en geest. Ze zetten in op iemands wensen, behoeften en doelen.
Onderzoek toont aan dat deze vernieuwende aanpak werkt voor bewoners en zorgverleners en ook kosten bespaart. Het is een manier van kijken, leren en doen die álle professionals op het gebied van zorg, sociaal welzijn en preventie in de wijk toepassen. Samen met de inwoners zoeken ze naar een goede oplossing. Daar heeft iedereen baat bij: de zorgverlener kan beter zijn werk doen, de bewoner krijgt zorg op maat en is tevredener.

Lees hier het artikel dat ZorgenZ eerder publiceerde: Door krachtige basiszorg daalt zorggebruik

Experimenteren met implementeren
Tijdens de implementatiefase mag geëxperimenteerd worden. Er is ruimte om nieuwe dingen uit te proberen, geen stad of wijk is immers hetzelfde. Denk bijvoorbeeld aan de inzet van een praktijkverpleegkundige. Het Nivel doet onderzoek bij de deelnemende praktijken. Niet naar de vraag of Krachtige basiszorg werkt, want dat is zo, maar hoe dan? Een ander doel van dit traject is leren van elkaar, de ervaringen en lessons learned, hoe kunnen we die goed met elkaar delen”, verklaarde Fred Schaaf, inkoper bij Zilveren Kruis. Het gaat vooralsnog om tien praktijken, het is geen breed, landelijk implementatietraject. Een bepaald volume en schaalgrootte is nodig.
De Achterstandsfondsen vragen continu aandacht voor de problemen van huisartsenzorg in achterstandswijken. Deze zijn bekend: een stijgende werklast en complexe zorgvraag. Daar komt bij dat het moeilijk is om personeel te vinden dat in een achterstandswijk wil werken. Volgens Richard Starmans, huisarts in Den Haag en adviseur, zijn deze problemen nog steeds actueel. Vorig jaar zijn er onder leiding van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) gesprekken gevoerd met partners uit het bestuurlijk overleg eerstelijnszorg over de postcodesystematiek. Die is aangepast: het opslagtarief dat bij de achterstandspostcode hoort is omhoog gegaan en het aantal achterstandspatiënten is van 900.000 naar 1,5 miljoen gegaan. “Dit is een korte termijn traject. Het lange termijn traject is het traject Krachtige basiszorg. Die moet leiden tot het verbeteren van de huisartsenzorg in achterstandswijken.”

Lees hier het artikel dat ZorgenZ eerder publiceerde: Huisarts in achterstandswijk luidt noodklok
Andere verdeling extra geld voor huisartsen in achterstandswijken

Ervaringen in gezondheidscentrum Banne Buiksloot met Krachtige Basiszorg
Huisarts Wouter van Weers, twintig jaar huisarts in gezondheidscentrum Banne Buiksloot, is een van de deelnemende praktijken aan de pilot. Er zijn 6000 patiënten ingeschreven. Het team van de huisartsenvoorziening bestaat uit: 5 huisartsen, 7 assistentes, 3 poh-somatiek, 2 poh-ggz, 1 poh-ggz jeugd en 1 poh-ouderen. Verder is er een apotheek, bloedafnamepunt, fysiotherapie, Mensendieck, Ouder-Kindteam, psychologen, diëtiste, logopediste, tandartsen, ergotherapie en een lifestyle-coach.

Nu wel achterstandsgeld
Banne Buiksloot is een echte achterstandswijk: er is sprake van een lage SES-score, een hoge prevalentie van chronische aandoeningen en obesitas, ongezonde leefstijl en lage gezondheidsvaardigheden, een hoog percentage laaggeletterdheid, veel psychiatrische aandoeningen, hoge werkeloosheid, 55-60% allochtone afkomst (diverse groepen), maar ook veel autochtone bewoners, taalbarrières en cultuurverschillen. De gevolgen van deze kenmerken: hoge werkdruk, gemopper, frustraties en machteloosheid, niet kunnen doen wat eigenlijk nodig is, te weinig ruimte voor nieuwe plannen en ideeën ontwikkelen en uitvoeren, te weinig tijd voor overleg, vaker conflicten met patiënten, veel aanvullend onderzoek en verwijzing naar de tweede lijn. Ook de algemene ontwikkelingen in de eerste lijn, zoals meer en complexere ouderenzorg, verschuiving van zorg naar de eerste lijn, zien we in dit centrum terug. Omdat de bevolkingsdichtheid te laag is, heeft het centrum nooit achterstandsgeld gekregen. Nu wel, dankzij de herijking van de postcodegelden.

Spoedarts en generalistische poh
Wat is er inmiddels gerealiseerd? Er is voor drie dagen een extra huisarts bijgekomen (uitbreiding van 0,6 fte), de consulten zijn voor het grootste deel 15 minuten en er is een spoedarts aangesteld. Deze doet zijn eigen spreekuur maar heeft per uur 15 minuten voor begeleiding/ondersteuning van de assistentes aan de balie. De spoedarts, gaat twee keer per dag naar de balie, is beschikbaar voor vragen en zorgt voor scholing. “Het heeft ertoe geleid dat er minder interrupties van het spreekuur zijn. De huisartsen hebben door deze uitbreiding en de andere inzet van personeel meer tijd voor complexe zorgvragen. Je hebt die tijd nodig om goed te doorgronden wat er speelt bij een patiënt.”

Inzet op twee vlakken
De generalistische poh wordt op twee vlakken ingezet: voor de samenwerking in de wijk en voor de complexe patiënten/veelgebruikers. Deze zorgverlener is onder meer het aanspreekpunt van het centrum voor partners in de wijk, bouwt netwerk op, houdt de ontwikkelingen in de wijk bij, neemt deel aan het wijkoverleg en organiseert het overleg in het gezondheidscentrum, met bijvoorbeeld het hometeam.
Taken rond de complexe patiënten zijn onder andere: in kaart brengen en plan van aanpak maken, huisartsen ontzorgen door het regelwerk over te nemen. Er wordt met een dashboard gewerkt (ruiteren), zodat alle achtergrondinformatie in het HIS vindbaar is voor het hele team. Deze poh heeft training gevolgd in het kader van het implementatietraject en is hbo-geschoold.

Assistentes: meer taken en uitbreiding
De bezetting is versterkt. Vanaf het derde kwartaal van dit jaar is er een spreekuurondersteuner voor de huisartsen. Ze krijgen extra taken, zoals in eigen beheer aanvullend onderzoek doen (ECG, 24 uurs RR, Enkel-arm index, CRP, BvO cervixcarcinoom). “We stimuleren het oppakken van extra taken omdat we denken dat het hun werkplezier verhoogd en we hen zo langer bij ons behouden.” Ze hebben scholing gevolgd in het werken volgens het 4D model, van ZZ naar GG, werken met laaggeletterden en ‘lastige’ patiënten.
Het centrum heeft nog meer plannen en activiteiten: samenwerking en uitwisseling met buurpraktijk Kadoelerbreek: regelmatig overleg vanaf oktober vorig jaar. Gezamenlijke activiteiten: hometeam, teamscholing, groepsvoorlichting en wandelgroep. “Samen bedienen wij nagenoeg de hele populatie van de wijk.” Verder: Welzijn op recept in wachtruimte (welzijnswerker zit twee keer per week in de wachtkamer), MDO met specialist ouderenzorg, cursus ‘Liever bewegen dan moe’ (depressiviteit SOLK) en praktijkaanpassingen voor laaggeletterden.

“We hebben meer tijd om na te denken, anders te werken en te innoveren. Patiënten merken ook dat we meer tijd hebben. We krijgen weer complimenten en er wordt weer gelachen”

Wat zijn de ervaringen toe nu toe?
“Iedereen is blij, we ervaren nu vooral dat we tijd krijgen om na te denken, om anders te werken. Ik ben ervan overtuigd dat dit toekomstbestendig en kosteneffectief zal blijken.” Volgens een assistente is de meerwaarde van de nieuwe manier van werken dat de patiënten merken dat ze  meer tijd voor hen hebben.” Op piekdagen zijn er meer artsen en assistentes. Door de extra tijd voelen ze dat er meer naar hen wordt geluisterd en dat ze beter worden geholpen. Het wordt persoonlijker, we hebben nog nooit zoveel complimenten gehad, er wordt meer gelachen.”

NHG, LHV en InEen zullen de ontwikkelingen goed gaan volgen. Het streven is dat goede praktijkvoorbeelden en geleerde lessen gedeeld worden op websites, zoals Meer tijd voor de patiënt. Ook werd gewezen op de mogelijkheid van ondersteuning door de regionale ondersteuningsstructuren, de ROS’en. “Wij zijn de verbindingsexpert en kunnen partijen goed met elkaar in verbinding brengen”, aldus John Hoenen, adviseur bij Reos.

 

Fred Schaaf (l) en Richard Starmans.

Hoe duurzaam verankeren?
De vraag is wel: hoe wordt dit allemaal duurzaam verankerd? Er is nu financiering voor twee jaar, maar daarna? Ga morgen beginnen, ga het gesprek aan, investeer in je eigen toekomst, werd gezegd. Starmans: “Krachtige basiszorg gaat over de positie en complexe problemen van patiënten. De nieuwe aanpak geeft iedereen energie, maar het is meer dan alleen Welzijn op Recept. Het vergt andere vaardigheden. Samenwerkingsrelaties aangaan is een extra stap. Zien zorgverzekeraars dit wel zitten?” Fred Schaaf antwoordt: “Er zijn geen belemmerende regels, alleen geld is een belemmering. Schakel op hoog niveau met de gemeente, bundel je krachten. Als huisartsen samen met zorgverzekeraar optrekken, kun je rekenen op steun. Dan kun je afschalen naar de wijken. Dat is een van de geleerde lessen.”
Huisarts Jacqueline van Riet, huisarts in Overvecht, sluit af met: “Zoek scharniermensen in elke koepelorganisatie, mensen die zeggen: ‘Ik ben voor verandering’. Deze aanpak vergt van mensen om zaken echt anders te doen.”

Vergoeding zorg aan onverzekerden
Tijdens de bijeenkomst werd een uitstapje gemaakt naar de onverzekerden, waar huisartsenpraktijken in achterstandswijken veel mee te maken hebben. Huisarts Duveken Voort, werkzaam in gezondheidscentrum Slotermeer, maakte aan de hand van een aantal casussen duidelijk voor welke uitdagingen de huisartsen en assistenten staan als het gaat om patiënten die onverzekerd zijn, of van wie onduidelijk is of ze verzekerd zijn. “Het vergt in de praktijk veel uitzoekwerk. Soms is een patiënt een bepaalde periode wel verzekerd (als deze in detentie zit bijvoorbeeld) en daarna weer niet, of weet iemand niet hoe het moet. Is het aan ons om dat allemaal uit te zoeken? We willen deze kwetsbare mensen heel graag helpen. Hoe ver ga je daarin, soms zie je dat onverzekerde mensen niet de zorg krijgen die ze wel nodig hebben. Of ze komen pas bij de huisarts als het echt nodig is. Ook het declareren van het consult vergt veel tijd.”

Simpeler en soepeler
Vandaar het pleidooi van de directeur van de Stichting Amsterdamse Gezondheidscentra (SAG), Paulien van Hessen: Versimpel en versoepel de vergoeding van de huisartsenzorg aan onverzekerden. Hoe is de subsidieregeling ‘medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden’ nu: er moet een melding gedaan worden bij de GGD/GHOR via een centraal meldpunt, met hulp van de UZI-pas. De kosten voor de geleverde zorg worden gedeclareerd bij het Centraal Administratiekantoor (CAK) via de regeling. Ze noemt deze procedure waardevol maar ingewikkeld. Want er is een aantal voorwaarden om voor vergoeding in aanmerking te komen. Zo moet de persoon toestemming geven voor het verstrekken van zijn persoonsgegevens. Het gaat onder meer om het geven van het BSN-nummer, de nationaliteit, welke zorg gegeven is (in totaal drie A-viertjes en een bijlage). Bij de spoedzorg zijn de eisen soepeler.

 “We willen continuïteit en niet zeggen: Komt u maar terug als u weer verzekerd bent”

Zorg niet op de juiste plek
Van Hessen concludeert: onverzekerden krijgen zorg niet op de juiste plek. “Wij vinden het belangrijk dat deze mensen zoveel mogelijk zorg binnen de reguliere huisartsenzorg krijgen en dat er voor hen een huisarts is als vast aanspreekpunt in de wijk waar ze verblijven, laagdrempelig. We willen continuïteit brengen en niet zeggen: ‘Komt u maar terug als u verzekerd bent.’ We lopen tegen financiële grenzen aan.” De verplichte toestemming voor het doorgeven van persoonsgegevens en het BSN-nummer is volgens haar onwerkbaar in de reguliere huisartsenpraktijk. “Want veel onverzekerden hebben geen BSN-nummer, weten niet hoe dat moet, of ze zijn achterdochtig. Sommige mensen willen niet gevonden worden, zoals een Syrisch gezin dat was uitgereisd maar weer terug was in ons land. Tot slot: de administratieve rompslomp legt een (te) grote tijdsdruk op de praktijk. De voorwaarden voor toekenning van de vergoeding zijn te omslachtig en te omvangrijk in de praktijk. “Een opsporingsambtenaar worden is niet ons sterkste punt. Het is tijd voor versimpeling en vergoeding van de regeling.”
Van Hessen pleit dan ook voor het toevoegen van huisartsenzorg als vijfde categorie voor vergoeding zonder BSN en toestemming. Dit geldt al voor ambulancevervoer, crisis-ggz, SEH in ziekenhuis, farmaceutische zorg na spoedeisende hulp. “Op macroniveau zijn de kosten die hiermee gepaard gaan te verwaarlozen. Belangrijker is dat deze mensen een vertrouwde dokter in hun buurt hebben, zonder drempels.”

Corina de Feijter

(Foto’s: Naomi Rader)

 

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *