Goede kankerzorg via netwerken dichtbij huis
Datum: 3 juli 2018Mensen met kanker krijgen steeds vaker (na)zorg binnen de eerste lijn. Oncologische netwerken op wijkniveau dragen eraan bij dat patiënten deze zorg goed kunnen vinden. Dat is belangrijk, want ze hebben behoefte aan begeleiding en ondersteuning.
Apeldoorn kent sinds kort vijf oncologische netwerken. Oefentherapeut Netwerk Chronische Pijn Eveline de Jong is ‘trekker’ van zo’n netwerk. “De zorg en nazorg voor mensen met kanker wordt voor de eerste lijn steeds belangrijker. Dat komt in de eerste plaats doordat het aantal mensen met een vorm van kanker stijgt. Het aantal mensen dat kanker overleeft, neemt toe, het wordt meer een chronische ziekte. Dit betekent dat we meer mensen zien die soms jaren later de gevolgen ondervinden van hun behandeling en met hun zorgvragen en voor nazorg in de eerste lijn komen. Verder is het steeds meer mogelijk om thuis een behandeling te ondergaan, iets wat mensen prettiger vinden en graag willen. Deze ontwikkelingen hebben gevolgen voor de zorg in de eerste lijn”, legt ze uit.
Zorg dichtbij de patiënt brengen
Een oncologisch netwerk kan helpen om de kankerzorg meer handen en voeten te geven. “Het is een multidisciplinair samenwerkingsverband tussen eerstelijnszorgverleners en bedrijven die ondersteunende diensten verlenen, zoals een bedrijf dat pruiken of prothesen maakt. Wij willen rondom de patiënt staan, de zorg dicht bij de patiënt brengen, inspelen op de ontwikkelingen en zo goed voorbereid zijn op de toekomst.”
Het opstarten van een netwerk is intensief en kost tijd. Daar heeft ProScoop begeleiding en ondersteuning bij geboden. “We hebben onderling vakinhoudelijke presentaties gegeven, zodat duidelijk wordt wat iemand doet en kan, en wanneer iemand verwijst. We spreken telkens in een andere praktijk af, zodat we goed in elkaars keuken kunnen kijken. Het netwerk is een mooie eerste stap, we kunnen elkaar nu veel gemakkelijker vinden. Daar hebben patiënten baat bij.”
Er is voor mensen met kanker en hun naasten een website ontwikkeld. Daar kunnen zij zien bij welke zorgverlener of bedrijf ze terechtkunnen met hun zorg- of hulpvraag. “Alle informatie staat erop, zo zijn we zichtbaar en goed te vinden. Er worden folders gemaakt die in het Gelre Ziekenhuis komen te liggen, en bij huisartsen en wijkverpleegkundigen. Op de websites van onze eigen praktijken verwijzen we naar het netwerk. Verder is het belangrijk om je eigen netwerk te leren gebruiken om de informatie te verspreiden.”
Contact met tweede lijn
Hoe kan een oncologisch netwerk een patiënt zo optimaal mogelijk helpen? “De aangesloten zorgverleners zoeken verbinding met elkaar, ze weten naar wie ze kunnen verwijzen. We delen kennis en kunde met elkaar door gezamenlijk casuïstiek te bespreken. We moeten onze weg hier nog in vinden, maar zo proberen we steeds betere kwaliteit te bieden.”
Er is ook contact met de tweede lijn, het is belangrijk dat oncologieverpleegkundigen op de hoogte zijn van het netwerk. “Zodat zij een patiënt bij ontslag uit het ziekenhuis bijvoorbeeld kunnen verwijzen naar een fysiotherapeut, ergotherapeut of diëtist van wie ze weten dat deze de kennis in huis heeft om kwalitatief goede nazorg te bieden.”
“Het is belangrijk dat oncologieverpleegkundigen op de hoogte zijn van het netwerk”
Hou het wijkgericht
De Jong benadrukt dat het belangrijk is om het netwerk klein en wijkgericht te houden. “Dan kun je elkaar persoonlijk leren kennen. Dat kost tijd, we hebben veel vlieguren gemaakt. Maar samen hebben we heel wat in huis om mensen goed te begeleiden.”
Weer balans vinden
Monique Scholtens weet sinds een aantal maanden dat ze chronische leukemie heeft. “Ik kwam in een mallemolen van onderzoeken terecht en na een paar weken is een behandelplan opgesteld. Je leven staat op z’n kop als je zo’n bericht krijgt. Ik stond volop in het leven, met mijn gezin en een leuke baan. Werken lukt nu niet meer vanwege de vermoeidheid. Ik hou erg van sporten maar ook dat gaat niet. Ik kwam al bij een fysiotherapeut die me in contact bracht met oefentherapeute Eveline de Jong. Ik heb behoefte aan begeleiding om weer balans te vinden en te leren omgaan met mijn vermoeidheid. Dat is voor mij momenteel het belangrijkst: dat ik mentaal en fysiek deze begeleiding krijg. Ik ben een type dat graag vooruit wil en nu kan ik ineens helemaal niets meer. Ik leer dat ik mijn energie moet doseren, anders word ik steeds weer teruggefloten.”
Behoefte
Monique is blij dat haar fysiotherapeut haar heeft verwezen naar een oefenherapeut die gespecialiseerd is in deze zorg en begeleiding. “Ik weet nog maar kort dat ik ziek ben. Alles is nieuw, er komt veel op je af. Ik kijk wel op internet maar nog niet zoveel, zover ben ik nog niet. Mijn internist in het ziekenhuis heeft me niet gewezen op het bestaan van dit netwerk van zorgverleners. Ik vind het heel goed dat dit netwerk bestaat. Je hebt echt behoefte aan begeleiding, je hebt zoveel vragen. Het zou goed zijn als specialisten en verpleegkundigen in het ziekenhuis patiënten hierop attent maken, misschien niet meteen in het eerste gesprek, maar op een later moment. Mijn huisarts is gelukkig goed benaderbaar en daar kan ik ook terecht.”
Pilot voor psychosociale zorg bij kanker
Vanuit het Landelijke Overleg Paramedische en Psychosociale en Oncologische Zorg en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is een pilot gestart naar de psychosociale zorg bij kanker. De behandeling van patiënten met een gediagnosticeerde aanpassingsstoornis als gevolg van kanker wordt zonder gebruik van het eigen risico tijdens de looptijd van de pilot vergoed. Bij het vermoeden van een aanpassingsstoornis kunnen huisartsen patiënten doorverwijzen naar een klinisch psycholoog, GZ-psycholoog, psychotherapeut of psychiater uit het deskundigenbestand van de Nederlandse Vereniging voor Psychosociale Oncologie (NVPO). De behandelaren zijn gespecialiseerd in psychosociale oncologische zorg en stellen de diagnose bij de patiënt. De deelnemende deskundigen vindt u hier. Meer informatie over de pilot vindt u hier.
Corina de Feijter