Fusie zorggroep en ziekenhuis zinnig

Fusie zorggroep en ziekenhuis zinnig

Datum: 26 september 2016

fusie_zorggroep_ziekenhuis_zorgenzGASTCOLUMN ARJAN KARENS – Eerder deze maand stonden de media er vol mee: Fusies tussen ziekenhuizen leiden niet tot betere zorg. De noodzaak voor dergelijke fusies wordt vaak beargumenteerd vanuit een positieve effect op kwaliteit en de kosten van de gezondheidszorg. Uit recent onderzoek blijkt dus dat de beloofde kwaliteitsverbeteringen nog tamelijk onzichtbaar blijven. Is het niet zinniger te kijken naar een samengaan van zorggroep en ziekenhuis?

Al geruime tijd volg ik de eerste lijn met zijn zorggroepen met bijzondere interesse. Opvallend daarbij is de doorontwikkeling in veel regio’s, waar zorggroepen een positie innemen in regionale zorgnetwerken. Daardoor worden zorggroepen veel meer dan alleen de facilitators voor het contracteren van de zorg voor diabetes en copd. In tegenstelling tot de nutteloze fusies van ziekenhuizen zijn er binnen zorgnetwerken goede bewegingen gaande. Het lijkt waarschijnlijk dat binnen enkele jaren nieuwe organisatievormen zullen ontstaan die goed afgestemde en persoonsgerichte zorg bieden binnen de regio, de wijk en de praktijk.

Een eerste stap die moet worden gezet is het samengaan van het ziekenhuis en de eerste lijn. Dat samengaan kan gefaseerd plaatsvinden, mogelijk vanuit de benadering van populaties die integraal ondersteund gaan worden. Daarmee wordt een eerste echte stap gezet naar Population Health Management. Samen verantwoordelijk voor de zorg aan burgers in de regio, samen verantwoordelijk voor de beste kwaliteit, samen verantwoordelijk voor beheersen van zorgkosten. Kortom, het kan veel tegenstellingen wegnemen.

Er zijn zeker randvoorwaarden, ofwel kritische succesfactoren, die invloed hebben op de kans van slagen. Daar waar de eerste lijn zich onvoldoende heeft georganiseerd, bestaat de kans dat het ziekenhuis een regierol pakt en innovatie naar zich toetrekt. Het tempo om deze transities in gang te zetten is eveneens een uitdaging. Maar als we niet in staat zijn om deze stappen te zetten, zullen we eindeloos bezig blijven met substitutieprojecten, zal er ontevredenheid blijven over zorgverzekeraars die veldpartijen ‘uitspelen’ en zullen we vooral heel veel fragmentatie blijven zien.

Hieronder enkele gedachten ter overweging.
1. Geef de burger een stem in het huidige speelveld om noodzakelijke druk te laten ontstaan en voorkom dat professionals kunnen vasthouden aan het beschermen van eigen belangen.
2. De concurrentie op basis van prijs en kwaliteit wordt minder en het proces van innovatie zal versnellen.
3. Maak een einde aan de benaming ‘eerste lijn’ en ‘tweede lijn’ en geef burgers binnen hun regio toegang tot de beste zorg.
4. De synergievoordelen zullen een positief effect hebben op toegankelijkheid, kwaliteit, efficiency en doelmatigheid.
5. De regionale organisatievorm zal bijdragen aan betere coördinatie van zorg in de regio met meer rust en eenduidigheid voor de burger.
6. Populatiemanagement wordt gefaciliteerd met aandacht voor pro-actieve en preventieve zorg.
7. Er ontstaat ruimte voor contractinnovatie; een scheiding tussen de eerste en de tweede lijn staat die niet langer in de weg. Positief bij-effect: regio’s hebben met minder zorginkopers te maken.
8. Een flinke reductie van complexiteit binnen regio’s voor patiënten, zorgprofessionals en verzekeraars.
9. De uitgangspunten van value-based healthcare dwingen de zorgregio’s tot focus op de beste regionale uitkomsten, die vanwege wederzijdse afhankelijkheid niet haalbaar zijn zonder samenwerking.

De geschetste regionale transitie zal best het nodige stof doen opwaaien, maar de eerste goede voorbeelden in Nederland dienen zich aan. In die regio’s komt er nieuwe energie vrij met een collectief streven naar het samen bieden van de beste zorg binnen de regio. Dit staakt haaks om de ontwikkelingen die bijdragen aan tweespalt in de regio door innovaties specifiek vanuit de eerste lijn of vanuit de tweede lijn als proposities in de zorgmarkt te zetten. Uitsluitend innovaties die gedragen worden vanuit het collectief zijn levensvatbaar.

Voordeel voor de eerste lijn is de bestuurlijke ervaring en slagkracht die de huidige tweede lijn kan inbrengen. Daarentegen kan de tweede lijn zijn voordeel doen met de expertise van een goed georganiseerde de zorg rond chronische aandoeningen, die de achterliggende tien jaar is ontstaan vanuit eerstelijnsorganisaties. Het samenbrengen van die twee zal altijd overlap blootleggen, juist daar kunnen dan keuzes gemaakt worden, niet uit eigen belang, maar vanuit een belang naar de burgers in de regio. Wrijving geeft in dat geval uiteindelijk glans!

Er zijn al voorbeelden van regio’s waar stappen worden gezet naar de geschetste organisatievorm. De rode draad in die regio’s is veelal lef, leiderschap en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Van individuele zorgprofessionals vraagt het dat zij zichzelf een dienende rol geven in het zorgnetwerk. Dat kan niet van de een op de andere dag, maar de tendens moet worden ingezet. Degenen die al een stap in de goede richting hebben gezet verdienen een pluim!

arja_karens_zorgenzArjan Karens is General Manager bij VitalHealth Software, een snelgroeiende Healthcare IT onderneming, opgericht door Mayo Clinics en Noaber Foundation. Hij adviseert sinds 2009 tal van zorggroepen op vlak van betere integrale en multidisciplinaire samenwerking met inzet van innovatie eHealth-oplossingen. In Nederland is VitalHealth marktleider in ondersteuning van ketensamenwerking bij zorggroepen voor professionals en (chronische) patiënten. Reageren op deze column kan hier of via LinkedIn.

(Foto bovenin: Eskemar/Shutterstock)

 

 

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *