Emotioneel proces rond levenseinde

Emotioneel proces rond levenseinde

Datum: 31 oktober 2014

herfstbladeren_levenseinde,_zorgenzHET VERLIES EEN PLEK GEVEN – Tijdens het symposium van TALMOR op 30 oktober jl. was Erik Strating een van de sprekers. Strating is gespecialiseerd in palliatieve zorg. Een opvallend spreker bij een bijeenkomst over geboortezorg, waar het begin van een leven centraal staat. Strating kijkt naar het emotionele proces rondom het levenseinde.

‘Je hebt toestemming nodig om dood te gaan”, begint Strating zijn presentatie. “Hopelijk heeft je huisarts daar geen moeite mee. Als de tweede arts het ermee eens is, dan mag je dood. Weten dat je gaat overlijden, betekent de start van een langdurig, emotioneel proces. Dat begint met ontkenning. Het leidt vaak tot een ellendige dood als je in deze fase blijft zitten”, is de ervaring van Strating. De tweede fase is het marchanderen. Als ik maar heel aardig ben voor iedereen, gebeurt het misschien niet. Of als ik….. De fase die daarop volgt, is woede. Als de waarheid echt is doorgedrongen, is er plaats voor woede. Daaronder ligt de pijn. Verdriet en depressie is de volgende fase. Daarbij komen ook vaak verliezen vanuit het verleden naar boven. Tot slot is er de aanvaarding. Dat betekent berusting en loslaten. Het verlies een plek geven.”

Proces van cliënt én dierbaren
“Dit is niet alleen het proces van de cliënt”, aldus Strating, “maar ook van diens omgeving. Ook zij ondergaan deze emoties. Maar ieder in zijn eigen tempo. Dat gaat dus niet gelijk op en juist dat leidt tot spanningen. Dan heb je kans op competitie: wie heeft er het meest verdriet? Wie is het beste kind voor de stervende ouder?”

Onthechten en levenseinde
Stratings overtuiging? “Je kunt niet doodgaan als je je niet gaat onthechten. Je moet los kunnen laten. Als de cliënt daarover kan communiceren, ontstaat er een helingsproces, ook tussen de familieleden. Dat is moeilijk en daar zijn deskundige professionals nodig. Een professional moet daartoe wel een relatie aangaan met de cliënt. Dat klinkt vanzelfsprekend, maar het gebeurt vaak niet. En daarnaast moet hij een relatie aangaan met de familie, daarin investeren om ook hen goed te kunnen ondersteunen. Hij moet vitaliteit van de cliënt aanboren, zodat deze aan het stuur staat.”

Gerda van Beek

(Foto: LilKar/Shutterstock)

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *