Eerste ervaringen van integrale geboortezorg-organisaties

Eerste ervaringen van integrale geboortezorg-organisaties

Datum: 4 december 2018

De afgelopen jaren zijn er meerdere maatregelen genomen om de kwaliteit van de geboortezorg te verbeteren, evenals de samenwerking tussen de zorgverleners. Aanleiding waren de relatief hoge sterftecijfers rond geboortes in Nederland. Die zijn inmiddels al teruggebracht. Om de samenwerking tussen zorgaanbieders te verbeteren, kunnen alle onderdelen van de geboortezorg sinds 2017 worden gecontracteerd in één integraal bekostigingscontract.

De integrale bekostiging vraagt om organisatorische veranderingen, waaronder de vorming van een integrale geboortezorg organisatie (igo). In een igo zijn betrokken zorgaanbieders, zoals verloskundigen, gynaecologen, kraamzorg, en een ziekenhuis ondergebracht.

Intensievere samenwerking
Per 1 januari 2017 hebben zes igo’s vrijwillig integrale-bekostigingscontracten gesloten met zorgverzekeraars. Het RIVM heeft een rapport uitgebracht: Geboortezorg in beeld. Nulmeting en de eerste ervaringen.
De bij de igo’s betrokken partijen zijn positief over het integrale tarief. Het levert in hun regio een intensievere, meer gestructureerde samenwerking op. De samenwerking was voorafgaand aan de invoering van integrale bekostiging al goed, maar is nu nog minder vrijblijvend.

Onderling vertrouwen is onontbeerlijk
Ze noemen het onderlinge vertrouwen  als een essentiële voorwaarde om te komen tot een igo met integrale bekostigingscontracten. Dit vertrouwen was bij de meeste igo’s reeds aanwezig doordat zij reeds vergaand samenwerkten in bijvoorbeeld een gezamenlijk echocentrum of geboortehuis, vaak in een bedrijfsmatige setting.

Tijdrovend en complex
De cultuuromslag vergt wel continue aandacht en kost hierdoor veel tijd. De invoering van integrale bekostiging is een zeer complex en tijdrovend. Er is specifieke kennis nodig op organisatorisch, fiscaal en financieel vlak.

Als barrières noemen betrokkenen het ontbreken van: een integraal elektronisch patiëntendossier, een uniform volgbeleid van zorgverzekeraars en tijdige benchmark- en spiegelinformatie van de gezondheidsuitkomsten, kwaliteit en zorguitgaven. Daarnaast worden de gecontracteerde zorgaanbieders vooralsnog uitbetaald op basis van de monodisciplinaire prestaties.

Redenen om niet over te stappen
En waarom stappen andere verloskundige samenwerkingsverbanden niet over? Belangrijke argumenten zijn: geen bewijs dat integrale bekostiging leidt tot kwaliteitsverbetering en betere gezondheidsuitkomsten, het gebrek aan vertrouwen tussen de eerste lijn en de ziekenhuizen, inkomensonzekerheid, mededingingsvraagstukken, mogelijk verlies aan professionele autonomie. Tot slot werd vaak ook de mogelijke gevolgen voor de keuzevrijheid van de zwangere vrouw benoemd, hoewel die in veel regio’s al beperkt is.

Verbetering van perinatale sterfte
Ook minister De Jonge gaat in zijn brief aan de Tweede Kamer in op de stand van zaken in de geboortezorg. De Nederlandse cijfers perinatale sterfte zijn verbeterd en daarmee stijgt Nederland in de Europese rangorde van plek 15 in 2010 naar plek 11 van de 28 landen. Een goede stap voorwaarts, ‘maar we zijn er nog niet’, waarschuwt Hugo de Jonge.

Een integraal geboortezorgmodel, zonder scheiding tussen eerste en tweede lijn en met gezamenlijke verantwoordelijkheid

Model zonder schotten
Hij legt de nadruk op het belang van een integraal geboortezorgmodel. Een model zonder schotten en met gezamenlijke verantwoordelijkheid. De Jonge vraagt speciale aandacht voor preventieve acties gericht op het verbeteren van leefstijl van zwangeren in achterstandssituaties.

€ 15 miljoen voor digitale gegevensuitwisseling
Minister De Jonge ziet digitaal uitwisselen van gegevens als randvoorwaarde en de integrale bekostiging ziet hij als middel om de integrale geboortezorg te stimuleren en verder te verstevigen. Via het programma BabyConnect stelt hij €15 miljoen beschikbaar voor ondersteuning van een oplossing voor digitale gegevensuitwisseling en het ontsluiten van deze gegevens voor de patiënt. Hij hoopt dit programma begin 2019 in de Staatscourant te publiceren, zodat partijen vanaf dat moment middelen kunnen aanvragen.

 

(Foto: Shutterstock)

 

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *