“Zorgpact moet vooral een Doepact worden”

“Zorgpact moet vooral een Doepact worden”

Datum: 16 november 2015

doekle_terpstra_zoregenzBestuurders van zorg- en onderwijsinstellingen en lokale overheden praten vaak nog over in plaats van met elkaar, constateert Doekle Terpstra. Hij is door VWS en OCW aangesteld om via het Zorgpact samenwerking tussen deze partijen van de grond te krijgen. “De toegevoegde waarde van het Zorgpact zit in de regio.”

Doekle Terpstra maakt naar eigen zeggen kennis met een nieuwe wereld: die van zorg en welzijn. “Het is interessant, ik kijk er onbevangen tegenaan. Ik kan naïeve vragen stellen. Wat speelt er, welke lijnen lopen er, wat zijn de bestuurlijke dilemma’s”, zegt de oud-vakbondsman en onderwijsbestuurder. Hij heeft als ‘aanjager’ van het Zorgpact al heel wat gesprekken achter de rug met bestuurders van zorg- en onderwijsinstellingen en gemeenten. Terpstra moet de samenwerking tussen zorg, onderwijs en gemeenten stimuleren, en zorgen dat zij goede voorbeelden daarvan tot stand brengen. In het door hem geschreven pamflet Alleen samen creëren we vernieuwing in de zorg! staat het doel van het Zorgpact omschreven: de kwaliteit van de zorg voor iedereen verhogen door de kwaliteit van de zorgprofessionals voor de toekomst te waarborgen. Terpstra noemt het een activistisch pamflet.

Zorgpact is van het veld zelf
Wat is hem opgevallen aan de wereld van zorg en welzijn? “Ik heb ervaren hoe noodzakelijk een Zorgpact is. We gaan het niet van bovenaf opleggen vanuit een centraal regiepunt met landelijke doelstellingen, dat gaat niet werken, op die manier iets coördineren behoort tot het verleden. Ik probeer de intrinsieke motivatie van de betrokken mensen op te wekken en hun energie aan te boren. Het Zorgpact is van het veld zelf, de toegevoegde waarde zit in de regio. Het is ook niet iets totaal nieuws, het gaat om het versterken, aanmoedigen en stimuleren van deze mensen die vaak al goed bezig zijn. Ze erkennen dat we aan de vooravond staan van een revival in zorg en welzijn, van fundamentele veranderingen, zoals de verschuiving van zorgen voor naar zorgen dat”, aldus Terpstra. We kunnen spreken van nieuwe zorg, zorg die recht doet aan mensen en die niet hun ziekte of aandoening centraal zet, maar hun veerkracht, functioneren en eigen regie, zo staat in het pamflet te lezen.

Veel praten over in plaats van praten met elkaar
Samenwerking klinkt eenvoudig, maar dat is het niet, heeft Terpstra de afgelopen tijd gemerkt. “Er heersen bepaalde beelden en metaforen bij de bestuurders die ik eerder ook ben tegengekomen toen ik als bij bestuurder werkte bij Hogeschool Inholland. ‘Het onderwijs levert niet wat wij nodig hebben, ze kunnen nog geen hamer vasthouden’, hoorde ik toen vaak. Of de curricula van de opleidingen sloten niet aan bij wat het veld verwachtte. Maar het ontbrak dan vaak aan een dialoog tussen partijen.”
Ook in de wereld van zorg en welzijn is Terpstra voorbeelden tegengekomen van bestuurders die elkaar niet kennen en dus niet met elkaar praten. “Hoe kun je dan samenwerken? Als er dan een escalatie dreigt, bijvoorbeeld een stap naar de rechter om iets af te dwingen, weten ze de weg naar bestuurlijk Den Haag makkelijker te vinden dan elkaar.”
Of de bestuurders maken te weinig gebruik van elkaars expertise. Deze constatering illustreert Terpstra met een voorbeeld. “Ik sprak een bestuurder van een ziekenhuis die een uitnodiging kreeg van het ROC voor de opening van een huiskamer. Hij ging kijken en dacht: old fashioned. Er is dus niet gesproken met een partij die daarover iets vindt.”

Andere mindset nodig net als destijds bij eerste lijn
Er is dan ook een andere mindset nodig, meent Terpstra. “Het is mijn opdracht om de bestuurders wel met elkaar te laten praten. Dat past ook bij de nieuwe bestuurlijke verhoudingen, de ambtenaren van VWS zitten hierbij meer op hun handen. Het is relevant dat de partijen elkaar vinden in de regionale ‘gouden driehoek’: aanbieders van zorg- en welzijn, onderwijsinstellingen en gemeenten. Het lijkt eenzelfde beweging die we zagen bij de eerste lijn: om goed te kunnen samenwerken, moet je elkaar eerst leren kennen en weten wie wat doet en hoe je in je vak staat. Terpstra knikt instemmend.

Wereld van gemiste kansen
“De wereld van zorg en welzijn is een wereld van gemiste kansen”, betoogt Terpstra. Hoezo dan? “Het kabinet heeft de subsidie Regionaal Investeringsfonds mbo in het leven geroepen, het gaat om een bedrag van 100 miljoen. Maar wat zie ik? De projectvoorstellen komen alleen uit de private sector, want die verstaan de kunst van samenwerken. Dat is mijn eer te na. Ook de publieke sector kan met voorstellen komen. We kunnen hen stimuleren om goede aanvragen in te dienen”, licht hij toe.” Ook bij de Centra voor innovatief vakmanschap (voor mbo) en de Centres of expertise (voor hbo), die de kwaliteit van het technisch onderwijs bevorderen, is geld te halen wat de publieke sector nu volgens Terpstra laat liggen.

Wees trots op kwaliteit van zorgprofessionals
Samenwerken is het nieuwe concurreren, twitterde Terpstra onlangs. “Het is een term die ik al vijf jaar gebruik. Je ziet vaak dat een instelling, of dat nu een onderwijs of zorginstelling is, een doel op zich is. Dat kan in het publieke domein niet zo zijn; er moet een intrinsieke bereidheid zijn om samen te werken, net zoals bedrijven dat ook doen op bepaalde gebieden. Samenwerking omdat het de eigen instelling dient.”
Terpstra kijkt ook kritisch naar de overheid. “Ik zie dat er veel kwaliteit zit in het publieke domein. Ik zeg: Straal meer trots uit op de kwaliteit van de professionals.”

Enorme transformatie gaande
Terpstra hoorde een bestuurder onlangs beweren dat een ziekenhuis straks een soort garage is, waar alleen nog maar technische handelingen plaatsvinden. “Het is een wat plastisch beeld misschien, maar er is sprake van een enorme transformatie als het gaat om wat er technisch allemaal mogelijk is. Dat vereist een ander type professional.” Hij vertelt dat er in Limburg jongeren worden opgeleid om later als zorgtechnicus in een ziekenhuis te gaan werken. “Niet in de directe patiëntenzorg, want dat willen ze niet, maar ze weten nu al wel dat ze als techneut in een ziekenhuis willen werken.”

Wet- en regelgeving soms misbruikt om dingen niet te doen
Waar zitten de dilemma’s, vraagt Terpstra zijn gesprekspartners. “Vaak komen ze met wet- en regelgeving die hen in de weg zit, al kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat deze soms ook misbruikt wordt om dingen niet te doen. Het blijkt dat er vaak meer ruimte in de regels zit dan wordt gedacht. Ik luister goed en doe aan ‘omgekeerde beleidsvorming’. Ik doe mijn best om bepaalde zaken die relevant zijn op de juiste bestuurlijke tafels te adresseren. Er is ook een interdepartementale werkgroep ingesteld. Ik moet zeggen: er komt meer beweging in dan ik had gedacht.”

Vooral een Doepact, geen keukentafelvoorstellen
Terpstra wil een beweging realiseren. “Hoe doen we dat in de regio? Ik kan en ga geen druk uitoefenen. We gaan ook geen regio’s definiëren of afbakenen, ik kijk wat past bij de regionale dynamiek en ga uit van de kracht van mensen zelf. Bij hen ligt ook het eigenaarschap van het Zorgpact.”
Op de site van Zorgpact zijn al voorbeelden van koplopers te zien. En Terpstra hoopt dat er aan het eind van het jaar vijf regionale Zorgpacts afgesloten zijn. “Het moet vooral een Doepact worden, geen keukentafelvoorstellen, het moet een levende community worden. Dus laten we mouwen opstropen!”

Corina de Feijter

zorgpact_zorgenzOp 2 december wordt de landelijke werkdag van het Zorgpact georganiseerd. Dan wordt ook het tweede conceptadvies van de Commissie Innovatie Zorgberoepen & Opleidingen gepresenteerd. U kunt zich hier aanmelden.

(Foto: Bernd Out)

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *