Het doek valt voor Leidse coöperatie Cello

Het doek valt voor Leidse coöperatie Cello

Datum: 23 januari 2017

walter_schrader_zorgenzNa acht jaar houdt het samenwerkingsverband van tien Leidse huisartsen Cello (Coöperatie Eerste Lijn Leiden en Omstreken) op te bestaan. Voornaamste reden: van begin af aan was er sprake van onderfinanciering. De zorgverzekeraars weigerden de vergoeding te betalen waar zij wel recht op hadden, omdat zij als solist werken. Oprichter en huisarts Walter Schrader weet zeker dat Cello miljoenen euro’s aan bezuinigingen heeft opgeleverd. Hij wil met het model van Cello de nulde lijn versterken.

Het was financieel niet meer op te brengen om door te gaan. Er is een aantal redenen waarom de stekker eruit gehaald is. Huisarts en voorzitter Walter Schrader: “De zorgverzekeraars hebben ons nooit gehonoreerd als zijnde een samenwerkingsverband dat ketenzorg levert. Als we als huisartsen onder één dak zouden hebben gewerkt, dan was ons budget vele malen hoger geweest, maar volgens de zorgverzekeraar moest het afgelopen zijn met de solistisch werkende huisarts.” Hij noemt nog een andere reden waarom het misging: “Je ziet een natuurlijk proces dat jonge huisartsen parttime in grote groepspraktijken willen werken en liever een praktijkondersteuner op de eigen locatie willen.” Toen twee bestuursleden met pensioen gingen en er geen opvolgers kwamen, viel het besluit te stoppen met Cello.

Als eersten POH-GGZ
De huisartsen hebben de coöperatie destijds met eigen geld opgezet. Ze begonnen met het overnemen van de diabeteszorg van Scal Medische Diagnostiek omdat door acuut gedwongen ontslag alle kennis verloren dreigde te gaan. Ze waren de eerste huisartsen die een POH-GGZ introduceerden. In een interview op ZorgenZ vertelde Schrader daar anderhalf jaar geleden over dat de dienst alle expertise op diverse niveaus bij elkaar had. “Zo hebben we bijvoorbeeld naast psychologen met verscheidene specialisaties, ook een vaste werkrelatie met een kinderpsychiater en een ouderenspecialist. Met de psychiater overleggen we periodiek. Alle zorgverleners brengen hun eigen netwerk mee. We hebben door deze wijze van organiseren een aanbod voor 35 duizend patiënten. Alles wat de huisartsen belast, zoals afspraken maken, personeelsmanagement en administratie, hebben we ondergebracht in deze dienst. Dat kost nog geen één fte. We willen zo efficiënt en zo optimaal mogelijk de patiënt behandelen. Mijn inschatting is dat we hier 500 duizend euro hebben bezuinigd.” Om daar nu aan toe te voegen: “Helaas stond daar niets tegenover, geen geld voor innovatie, geen ondersteuning van de administratie, zelfs geen terugvloeien naar de zorg.”

“Mijn businessmodel is veel gezonder”
Schrader zegt nu dat Cello miljoenen aan bezuinigingen heeft opgeleverd. “Voor mijn praktijk bijvoorbeeld geldt dat mijn patiënten per jaar vier ton minder kosten hebben gemaakt, in vergelijking met praktijken van ongeveer gelijke grootte. Ik kon het haast niet geloven toen ik die officiële jaarcijfers onder ogen kreeg. Ik weet zeker dat de jaarcijfers van collega’s uit Cello ook bijzonder gunstig zijn voor de zorg. Met tien procent van dit bezuinigde bedrag hadden we Cello makkelijk overeind kunnen houden. Mijn businessmodel is dus veel gezonder. Het is gebaseerd op vertrouwen, vanuit het patiëntenperspectief.” Het is hem tegengevallen hoe star en hoe groot de invloed van zorgverzekeraars is. “Ze tonen geen visie op kwaliteit vanuit het patientenperspectief, en alles draait om de centen. Dat is ontluisterend en uiteindelijk echt een gevaar voor de zorg.”

“Cello is voorloper van geïntegreerde zorg in de wijk”
Volgens Schrader gaat een deel van het Cello-model niet verloren. “We zijn eigenlijk een voorloper van geïntegreerde zorg in de wijk. We hadden graag ons concept verder gemodelleerd naar de nulde lijn. Met de gemeente hebben we hier al gesprekken over gehad. Ze hebben Cello gevolgd. Ik wil graag verder nadenken wat ons model voor de toekomst kan betekenen.“

Met dit model naar nulde lijn
Hoe jammer vindt hij het dat Cello niet meer bestaat? “Het was natuurlijk mijn kindje en ik was graag verder gegroeid, met de mensen met wie je jarenlang in deze organisatie hebt gewerkt. Maar vanwege de onderfinanciering is dit niet vol te houden. Ik vind het zeker een aderlating dat we per praktijk geen differentiatie meer kunnen bieden. Ook e-health en ondersteunende zorgprogramma’s hebben we als eerste op de rails gezet, dat zal op deze schaal wegvallen. Ik zie het als groeistuipen en een leerproces. We likken onze wonden en gaan dan verder. Vanuit patiënten, vanuit de lokale en landelijke politiek, zelfs vanuit zorgverzekeraars hebben we veel steunbetuigingen ontvangen. Op directieniveau vraagt men zich af hoe het zo heeft kunnen gebeuren. Dat geeft toch weer nieuwe energie. Met dit model kunnen we nu naar de nulde lijn, naar de wijk, de patiënt en de mantelzorgers. Huisartsen worden steeds meer een coach. De goed getrainde praktijkondersteuners kunnen prima de wijkteams begeleiden.”

Corina de Feijter

(Fotografie: Michael Echteld, Leiden, E. michael@echteld.net, T. 06-55863123)

 

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *