Documentaire Levenseindekliniek: een gemiste kans

Documentaire Levenseindekliniek: een gemiste kans

Datum: 18 februari 2016

levenseinde_zorgenzGASTCOLUMN HANS VAN DAM – Als uitgesproken voorstander van de mogelijkheid tot euthanasie en hulp bij zelfdoding riep de documentaire over de Levenseindekliniek, die de NTR op maandag 15 februari uitzond, dubbele gevoelens op.

Per saldo vind ik de documentaire een gemiste kans. De documentairemaker, Marcel Ouddeken, wilde laten zien hoe de kliniek werkt met mensen in complexe situaties. Maar ik vrees dat juist de complexiteit die geboden werd, eerder verwarrend dan verhelderend werkt. Niet dat de documentaire niet moet laten zien wat er gebeurt, wel dat die moet laten zien wat kijkers kunnen volgen en vooral overtuigen.

Het beste was het portret van de 100-jarige Ans Dijkstra. Haar verhaal illustreerde het nog steeds nieuwe levensgevoel dat een aantal zeer hoog bejaarde mensen gaat ervaren: onthecht te raken aan het leven. Niet dat je van niets meer kunt genieten – dat kon Mw. Dijkstra wel, in de documentaire van een dagje strand – maar dat dit niet genoeg zuurstof geeft voor het leven. Dat zij op de dag van haar uitje niet dood wilde, illustreert dit fraai. De documentaire rekent zo af met het misverstand dat wie dood wil een hele dag moet treuren in een hoekje.

Bij de twee andere portretten dreigt de documentaire haar doel meer te missen. Hannie Goudriaan heeft semantische dementie, die zeer zeldzaam en zeer ingewikkeld is. Deze mensen verliezen woorden en betekenissen van woorden en krijgen andere, helaas niet genoemde verstoringen, bijvoorbeeld niet meer kunnen denken in de tijdlijn (toen en straks); ze leven alleen in het heden en dat gebrekkig. Belangrijk is dat het gebruik en begrijpen van grammatica verdwijnen. Hele zinnen worden per definitie niet meer (goed) begrepen, spreken in concrete kernwoorden maakt nog enige kans. Het treurige was dat in vrijwel alle communicatie gezondigd werd tegen wat dan nodig is: er werd gesproken in zinnen, in abstracties en in de tijdlijn (“Wat gaat er morgen gebeuren?”) Voor naasten een vergeeflijke fout, voor de dokter een pijnlijke misser.

Wat haar doodswens betreft: die had ze vier jaar terug vastgelegd in een wilsverklaring. Nu had zij nog maar enkele woorden tot haar beschikking, waaronder ‘huppakee’. Dat woord kwam er steeds uit, ook als ze bijvoorbeeld naar de keuken ging. Psychiater Koerselman leidde in het nagesprek daaruit af dat ze er dus niet mee bedoelde dat ze dood wil. Maar het punt is niet dat ze dat woord in allerlei situaties gebruikt, maar of zij er ook mee bedoelt dat ze niet verder wil leven. Dat is ongetwijfeld uitgezocht – ik hoop met behulp van logopedie – maar de documentaire laat dat niet zien, waardoor deze aan overtuigingskracht verliest. Een kunstfout lijkt mij ook de plaats van sterven. Mensen met zo’n hersenbeschadiging verbinden handelingen aan standaardsituaties. Sterven doe je niet in een stoel maar in bed. Waarom dat per se in de stoel moest, terwijl zij elders heen leek te willen, is onduidelijk en doet de documentaire geen goed.

Het derde portret betrof Jaap Vervloet. Hij leed enorm aan zijn ernstige dwangstoornis. Van psychiater Gertie Casteelen, verbonden aan de Levenseindekliniek, kreeg hij erkenning, wat hem zichtbaar ontroerde. Toch had ik graag fragmenten gezien van een gesprek over gevolgde behandelingen en hoe hij zich daaronder had gevoeld. Verder was Deep Brain Stimulation (elektrodes diep in de hersenen om te proberen dwanggedrag te verminderen) kennelijk geen optie meer, maar gesprek daarover had geholpen om het uitzichtloze – dat is: de onmogelijkheid om zijn lijden te verlichten – beter te begrijpen.

Conclusie: de documentaire laat zien hoe complex situaties zijn die de Levenseindekliniek krijgt voorgelegd, maar mist haar eigen doelstelling: het complexe inzichtelijk maken en kijkers overtuigen van lijden dat zo vaak miskend wordt. Ten slotte: bijzonder was dat noch in de documentaire noch in het nagesprek het woord autonomie viel. Ook niet bij de directeur van de Levenseindekliniek Steven Pleiter. Ook hierin werd de kern van euthanasie gemist. Jammer.

Hans van Dam is docent en consulent niet-aangeboren hersenletsel. Hij heeft zich in zijn carrière gespecialiseerd in de gevolgen van hersenbeschadigingen, verzorgt door het hele land cursussen en doet hij consultaties, onder meer voor het CCE. Hij is betrokken bij opvang van nabestaanden die een dierbare door suïcide hebben verloren. Hij publiceert over zijn werk en over vragen rondom het (zelfgekozen) levenseinde. Zijn werk viel in de prijzen: de Floortje Bloemprijs, de C. van der Meer prijs voor medische ethiek, ingesteld door VU-Medisch centrum, en de internationale Senior Nurse Award. Meer informatie: www.hansvandam.net.

(Foto: Bildagentur Zoonar/Shutterstock)

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *