Bruins: Geen landelijke regie bij zorg op de juiste plek

Bruins: Geen landelijke regie bij zorg op de juiste plek

Datum: 31 januari 2019

Minister Bruins (Medisch Zorg) vindt het niet zijn verantwoordelijkheid om de regie te nemen daar waar het kan om de zorg beter en goedkoper te maken. Er moet ruimte zijn voor regionaal en lokaal maatwerk. Ook gelooft de bewindsman niet in blauwdrukken. Dat schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer, in antwoord op vragen van PvdA-kamerlid Lilianne Ploumen.

Bruins stelt dat hij met betrokken partijen in verschillende zorgsectoren hoofdlijnenakkoorden heeft afgesloten met daarin afspraken die zijn gericht op verbetering van de kwaliteit en de doelmatigheid van zorg. ‘Belangrijk onderdeel van die afspraken betreft de beweging naar ‘de juiste zorg op de juiste plek’. Betrokken partijen vinden dat de beweging naar de juiste zorg op de juiste plek op regionaal of lokaal niveau vorm moet krijgen. Immers, zowel het aanbod van zorg en ondersteuning als de behoefte hieraan kan verschillen per regio. Een landelijke aanpak doet aan dit gegeven onvoldoende recht, er moet ruimte zijn voor regionaal of lokaal maatwerk. Met partijen is daarom afgesproken dat op nationaal niveau wordt afgesproken dat iedereen hieraan zijn bijdrage levert, maar dat decentraal wordt bepaald hoe dit het beste kan gebeuren en wat concreet wordt afgesproken. En dat via de bestuurlijke overleggen de voortgang wordt besproken, wordt geleerd van ervaringen en wordt aangejaagd en ondersteund als daar aanleiding voor is.’

Geen blauwdrukken
De bewindsman wil de regio’s juist de vrijheid geven om oplossingen te vinden die passen bij de lokale situatie. ‘Ik hecht er aan de creativiteit en inventiviteit van professionals en bestuurders in het veld zo goed mogelijk te benutten en geloof niet in blauwdrukken. De beweging naar de juiste zorg plek is niet nationaal bedacht, maar is reeds ingezet door de veldpartijen zelf. Er zijn ontzettend veel goede voorbeelden. Niet ieder goed voorbeeld is overal een goed voorbeeld: wat een best practice is voor Zeeuws Vlaanderen is lang niet altijd een best practice voor Amsterdam. Niet alle goede voorbeelden lenen zich dus voor opschaling elders.’
Bruins wijst erop dat de hoofdlijnenakkoorden ‘geen vrijblijvende exercitie’ zijn. Er zijn goede voorbeelden, niet alleen over substitutie, maar ook over samenwerking tussen het medische en sociaal domein.

Gereguleerde concurrentie
Ploumen heeft vragen gesteld over de noodzaak van nationale regie om de zorg betaalbaar te houden. Ze vraagt onder meer aan minister Bruins of hij het er meer eens is dat er grote winst is te behalen door meer samenwerking tussen eerste en tweede lijn, onderlinge herverdeling, afstemming op regionale behoefte en doelmatigheid. Hij antwoordt dat hij samenwerking tussen verschillende aanbieders van zorg en ondersteuning belangrijk vindt voor goede zorgverlening. ‘Het functioneren van mensen, lichamelijk, fysiek en sociaal moet centraal staan bij het verlenen van zorg en ondersteuning. De zorg in Nederland is zeer goed op deelterreinen, maar we kunnen beter worden om de zorg meer in samenhang te organiseren en te verlenen. Instrumenteel hierbij is om in een regio samen een gedeeld beeld te maken van de ontwikkeling van de zorgbehoefte, het huidige zorgaanbod en de opgave die hieruit voortkomt. Het is aan zorgaanbieders en zorginkopers om dit beeld te vertalen in de individuele contractering opdat de zorg aansluit en blijft aansluiten bij de behoeften van patiënten en verzekerden.’

Leidraad
Ploumen wil ook weten waarom concurrentie op basis van het huidige stelsel goed samengaat met regionale samenwerking. Volgens Bruins worden samenwerking en concurrentie te vaak tegenover elkaar gesteld. Hij benadrukt in zijn antwoord dat er sprake is van gereguleerde concurrentie die patiënten en verzekerden de mogelijkheid geeft om te kiezen voor een verzekering en zorgaanbieder die past bij hun wensen en behoeften. Zorgverzekeraars en zorgaanbieders zijn vrij om samen te werken. ‘Wel stelt de Mededingingswet grenzen aan samenwerkingsafspraken die de concurrentie en daarmee keuzemogelijkheden voor patiënten en verzekerden beperken. Voorkomen moet worden dat partijen concurrentiebeperkende afspraken maken die belangen van patiënten en verzekerden schaden, bijvoorbeeld door onderling hogere prijzen af te spreken, patiënten te verdelen of afspraken die vernieuwing in de weg staan.’
Bruins kondigt verder aan dat de ACM met een leidraad komt over samenwerking bij regionale herschikking van zorg.

Lees hier de brief aan de Tweede Kamer

 

(Foto: Shutterstock)

 

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *