Betere palliatieve thuiszorg dankzij PaTz

Betere palliatieve thuiszorg dankzij PaTz

Datum: 7 april 2016
patz_bert_schweitzer_zorgenz

De droom van Bert Schweitzer: “PaTz als de hoeksteen van de palliatieve zorg in de eerste lijn!”

Afgelopen week vond het jaarlijkse symposium van PaTz plaats. Dit staat voor palliatieve thuiszorg. De titel van de bijeenkomst was veelzeggend: ‘Van Pilot naar parel. Van 0 naar 100 PaTz-groepen’. 

PaTz is een voorbeeld hoe een bevlogen zorgverlener het verschil kan maken en daadwerkelijk een steen kan verleggen in de gezondheidszorgrivier. Als huisarts had Bart Schweitzer enkele jaren geleden in korte tijd te maken met het overlijden van twee van zijn patiënten. De een overleed met alle dierbaren om hem heen, van wie hij bewust afscheid had genomen. De ander stierf eenzaam op een zolderkamer, zonder enig afscheid. “Dat was wrang”, stelt Bart Schweitzer. “Sterven doe je maar één keer en dat moet zo goed mogelijk gebeuren, waarbij optimale palliatieve zorg cruciaal kan zijn.”

Positieve pilots
Hij ging op zoek naar goede voorbeelden en kwam uit bij het ‘Golden Standards Framework’, een methode die in Engeland breed omarmd is. “Daar doen 95% van de huisartsen aan mee”, vertelt Bart Schweitzer op het symposium. Glimlachend volgt zijn verklaring: “Ook al omdat palliatieve zorg alleen wordt vergoed als ze op die manier werken.” Hij vernederlandste de methodiek, haalde de initiatiefnemer van de Golden Standards Framework naar ons land om workshops te geven en startte in Amsterdam, samen met VUmc, het netwerk palliatieve zorg Amsterdam/Diemen en 1ste Lijn Amsterdam (ROS), met vier pilotgroepen, onder de noemer van Palliatieve Thuiszorg. Met als doel te komen tot een betere samenwerking tussen huisartsen en wijkverpleegkundigen, en een grotere deskundigheid ten aanzien van palliatieve zorg, waardoor de kwaliteit van de palliatieve thuiszorg toeneemt. Met zeer goede resultaten, zo kwam uit het evaluatieonderzoek van het VUmc naar voren. Huisartsen en wijkverpleegkundigen wisten elkaar snel te vinden en palliatieve patiënten kwamen eerder in beeld. De ziekenhuisopnames in de palliatieve fase namen af en meer patiënten overleden op de plaats van hun eigen voorkeur.

Succes
Op basis van de uitkomsten van het onderzoek zijn een checklist en een factsheet opgesteld van de opzet, zodat dit concept landelijk kan worden overgenomen. En dat gebeurde. Inmiddels zijn er 97 PaTz-groepen actief in het land en dat aantal zal nog zeker toenemen. Want op de introductiebijeenkomst voor geïnteresseerden in het opzetten van een PaTz-groep, waren ruim 40 mensen aanwezig. Zij kunnen een beroep doen op het projectbureau van de landelijke Stichting PaTz. De website Patz.nu bevat een toolkit, met tools voor de opstartfase en voor bestaande groepen en er is inmiddels een NHG-cursus ‘Palliatieve Thuiszorg in de praktijk’.

Parel bespoedigt ontwikkeling
Je kunt dus spreken van een groot succes. “In 2014 heeft ZonMw het PaTz-project benoemt tot Parel, omdat het zo’n goed voorbeeld was. Dat heeft de ontwikkeling van PaTz bespoedigd”, zegt Bart Schweitzer bescheiden. “En we zijn er nog niet. Er is nog geen landelijk beschikbare vergoeding voor de palliatieve inzet in de eerste lijn, dat is een groot knelpunt. Voor de opzet van een PaTz-groep is een enthousiaste trekker van groot belang. We willen zo’n persoon behulpzaam zijn. We streven naar regionale structuren waar de adviseurs van de ROS, IKNL en de netwerkcoördinatoren palliatieve zorg actief zijn voor advies en ondersteuning. Daarnaast hebben we behoefte aan inhoudelijk deskundigen, die de PaTz-groepen begeleiden, daar komt een tekort aan. Ook is er behoefte aan een goed werkend palliatieve zorgregister. Evenals een innovatief middel om patiënten op de goede manier te identificeren.”

PaTz als hoeksteen
Een PaTz-groep kent geen strak keurslijf, maar is altijd op maat opgezet, passend bij de eigen regio en werkwijze. Met de vele PaTz-groepen is er dus sprake van verschillende modellen. Zo is in Utrecht de PaTz gegroepeerd rondom een hospice. In Rotterdam is er veel samenwerking met de tweede lijn. Schweitzer: “We gaan  de verschillende modellen met elkaar vergelijken. Wat werkt wel en niet? Wat kunnen we ervan leren? We zien dat de ziekenhuizen een inhaalslag maken ten aanzien van palliatieve zorg. De eerste lijn moet die slag niet missen.” Zijn droom? “PaTz als de hoeksteen van de palliatieve zorg in de eerste lijn!”

Meerwaarde
Het  VUmc heeft opnieuw onderzoek gedaan naar de resultaten van de PaTz-methode, nu bij 36 PaTz-groepen. Bregje Onwuteaka-Philipsen, hoogleraar levenseinde-onderzoek van het expertisecentrum palliatieve zorg VUmc, ging tijdens het symposium in op de uitkomsten, die overigens nog niet gepubliceerd zijn. “Ook uit dit onderzoek blijkt een meerwaarde van PaTz”, vertelt ze, “zij het dat de effecten minder zijn bij de latere groepen als indertijd bij de pilotgroepen. Mogelijk is dat te verklaren door een hoger startniveau van de latere groepen.” Enkele voorbeelden van de meerwaarde: “Als iemand in het PaTz-register staat, is men significant vaker op de hoogte waar de patiënt wil overlijden dan wanneer men niet in het register staat. Ook hield men bij registratie in het register eerder rekening met overlijden en was de behandeling langer gericht op palliatie. Doorgaan met de implementatie is dan ook zeker zinvol, waarbij er extra aandacht moet zijn voor het gebruik van het PaTz-register.”

Actief anticiperen
Huisarts Carel Veldhoven uit Nijmegen is consulent bij twee PaTz-groepen, een in Nijmegen en een in Beneden-Leeuwen. Hij geeft aan dat de methodiek veel oplevert. “Er is een betere samenwerking met wijkverpleegkundigen en de verschillende thuiszorgorganisaties. De kracht van de PaTz-groepen is dat je kunt anticiperen. De pro-actieve zorgplanning en het scenario-denken voorkomt paniekvoetbal. Daarbij is er een betere identificatie van palliatieve patiënten, waarbij ook niet-oncologische patiënten in beeld zijn. Daarbij is het fijn om complexe situaties met elkaar te kunnen bespreken en gezamenlijk te kunnen overleggen over een zorgplan. Dat is eigenlijk een vorm van plezierige en veilige vorm van intervisie.” Hij benadrukt: “Het samen actief anticiperen draagt bij aan goede palliatieve zorg.”

Zie ook het artikel in ZorgenZ: Wat bespreek je in een PaTz-groep

Gerda van Beek

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *