Zorggroepen stuiten op barrières voor doorverwijzing GLI

Zorggroepen stuiten op barrières voor doorverwijzing GLI

Datum: 25 juni 2019

Zorggroepen van huisartsen ervaren een aantal barrières bij de doorverwijzing naar de Gecombineerde Leefstijlinterventie (GLI). Er is op meerdere manieren sprake van veel administratieve obstakels, wat een snelle invoering van de GLI in de weg staat. Daarnaast vormt het lage tarief voor de GLI een drempel voor zowel leefstijlcoaches als zorggroepen.

Dat blijkt uit het onderzoek Management, policy analysis & entrepreneurship in health & lifesciences van Annemijn Cassee bij de Vrije Universiteit Amsterdam.
Zorggroepen zijn inhoudelijk erg enthousiast over de GLI en blij met deze interventie in de basisverzekering. Echter: ze lopen vast op drie onderdelen: geen volgbeleid tussen zorgverzekeraars, het declaratiesysteem en het tarief, aldus Cassee.

Volgbeleid en declaratie
Bij volgbeleid maakt de preferente zorgverzekeraar afspraken met zorggroepen in de regio en andere zorgverzekeraars volgen de afspraken. Maar in het geval van de GLI hanteren de zorgverzekeraars geen volgbeleid en dat maakt het administratief heel omslachtig voor zorggroepen.

Administratieve klus
Daarnaast is ook het declareren van de GLI een administratieve klus. Het declaratiesysteem van zorggroepen werkt met chronische zorgstandaarden, maar de NZa heeft bepaald dat voor de GLI paramedische standaarden moeten worden gehanteerd. Dat betekent in de praktijk dat er handmatig moet worden gedeclareerd.

Tarief
Tenslotte vormt het tarief voor de GLI een barrière voor zowel leefstijlcoaches als zorggroepen. Cassee: ‘Het tarief dat de Nederlandse zorgautoriteit (NZa) heeft vastgesteld is laag en veel zorgverzekeraars zitten daar zelfs nog onder. Leefstijlcoaches moeten veel groepen draaien om rendabel te kunnen werken. Daarnaast is er geen rekening mee gehouden dat leefstijlcoaches ook kosten moeten maken voor de locatie en het halen van een licentie voor de GLI. Zorggroepen zitten met het probleem dat zorgverzekeraars geen vergoeding geven voor het organisatorisch faciliteren. Van de NZa mogen ze 10 procent aan organisatorische kosten rekenen, maar dat zou ten koste gaan van de toch al lage vergoeding voor leefstijlcoaches.’

Aanpak
Begin juni heeft Cassee haar resultaten gemeld aan staatssecretaris Paul Blokhuis van VWS. ‘Hij zegde toe dat hij de problemen gaat aanpakken en bespreken met de NZa en Zorgverzekeraars Nederland.’

Lees ook het artikel op ZorgenZ: Wat werkt bij Gecombineerde Leefstijlinterventie

 

(Foto: Shutterstock)

 

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *