Arie Jongejan: “Accent ligt in de regio”

Arie Jongejan: “Accent ligt in de regio”

Datum: 4 maart 2015

arie-jongejan_zorgenzRuim tien jaar zijn de Regionale Ondersteunings Structuren (ROS’en) actief als onafhankelijke dienstverlener voor zorgverleners in de eerste lijn. “De regio’s moesten aan zet zijn. Dat is wat nu gebeurt en dat is een mooie ontwikkeling”, zegt Arie Jongejan, verantwoordelijk voor de communicatie van het landelijk ROS-netwerk.

De 17 ROS’en bundelen hun kennis en expertise in een landelijk dekkend netwerk, het ROS-netwerk. “Het accent van onze ondersteuning ligt in de regio, daar ligt de legitimiteit van een ROS. Onze adviseurs verbinden partijen in en buiten de eerste lijn met elkaar en proberen deze partners met hun kennis te verrijken. Een aantal jaren geleden is vanuit de overheid gesteld dat de regio’s aan zet zijn. Dat is wat nu ook gebeurt. Het lokale aspect van de ROS’en vind ik een goede en mooie ontwikkeling”, verklaart Arie Jongejan, ook directeur/bestuurder van Caransscoop.

Van DHV naar ROS
Jongejan staat stil bij de ontwikkeling die de ROS’en hebben doorgemaakt. In tien jaar tijd is er sprake van een behoorlijke verschuiving. De focus lag in het begin meer op continuïteit en kwaliteit van de zorg en de ondersteuning van individuele zorgverleners. Nu proberen de ROS’en een brug te slaan naar samenwerking met de tweede lijn en welzijn. De DistrichtsHuisartsenVerenigingen (DHV’en) en de KNOV-regiokantoren voor de verloskundigen maakten in 2005 plaats voor de ROS’en, waarbij ondersteuning van het kwaliteitsbeleid en belangenbehartiging van elkaar werden gescheiden. Bovendien moesten de middelen niet alleen aan huisartsen maar aan alle zorgverleners in de eerste lijn ten goede komen.

Van verbinden naar samenwerken
“In het begin ging het vooral om de verbindende rol binnen de diverse disciplines. Door de komst van de ketenzorg zag je een verschuiving optreden richting het faciliteren van de samenwerking tussen de disciplines. Nu zien we een beweging die inzet op integrale zorg. Dat vraagt om samenwerking tussen domeinen: (eerstelijns)zorg, welzijn, wonen. Er is sprake van andere, en ook complexere vraagstukken. Er zitten in een regio steeds meer partijen aan tafel: zorgaanbieders, soms ook in een coöperatie of andere juridische vorm georganiseerd, zorgverzekeraars en gemeente, in sommige regio’s meerder gemeenten. Zij moeten gezamenlijk de zorgagenda bepalen, de zorgvraag in de toekomst vaststellen en daarop anticiperen. De ROS’en bewegen goed mee met deze actuele ontwikkelingen.”

Besef is er: geen vrijblijvendheid meer
De vrijblijvendheid is eraf, benadrukt Jongejan. “Dat besef is bij iedereen ook wel doorgedrongen. Op de winkel passen, daar redden we het niet mee. Maar er speelt van alles. De huisartsen schalen op en organiseren zich tot regionale aanspreekbare partij. Bij de wijkverpleging zie je juist een andere beweging. Zij organiseren zich los van de thuiszorgorganisaties. Dan hebben we te maken met verschillen tussen zorgverleners. De ene gaat sneller met de ontwikkelingen mee dan de ander. Soms is er sprake van een te brede range van verschillen. Het vereist van de adviseurs gedegen kennis en ervaring, ook op het vlak van verandermanagement. Het maakt natuurlijk veel uit of het gaat om verstedelijkt gebied, een stad of een dorp. Buiten de steden is een andere aanpak nodig en is het zoeken naar andere mogelijkheden om betaalbare zorg in de buurt te realiseren. Alles onder één dak kan niet altijd op het platteland.”

Ook interne kruisbestuiving
Als het gaat om data verzamelen is het ROS-netwerk een spreekbuis van en namens de ROS’en richting instituten als het RIVM of het NIVEL. “De ROS’en weten elkaar onderling goed te vinden. Adviseurs van diverse ROS’en vormen onderling netwerken rond bepaalde onderwerpen. Ze delen goede voorbeelden en zoeken afstemming rond landelijke thema’s, zoals de ggz bijvoorbeeld. Ze vormen onderling goede sparring partners.”

Samen met ZN landelijke agenda opstellen
Jongejan meldt dat uit de jaarlijkse contactdag met vertegenwoordigers van de zorgverzekeraars, Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en het ministerie van VWS, in 2014 een werkgroep is ontstaan van ZN en ROS’en. “Deze werkgroep is bezig een landelijke agenda op te stellen om innovatie op het terrein van zelfmanagement, zorg in de wijk en substitutie een extra stimulans te geven. Doel is om hierover tot eensluidende afspraken te komen, waarmee de zorgverzekeraar en de ROS’en in de regio’s aan de slag kunnen. Ook hier ontstaat landelijke samenwerking om de regio’s een zetje in de rug te geven. Daarmee is het een volgende stap in de ontwikkeling van de ROS als dé samenbindende dienstverlener voor de eerste lijn.”

Landelijke contacten
Het ROS-netwerk is op landelijk niveau actief. Dan moeten we denken aan contacten met onder meer VWS, beroepsorganisaties en kenniscentra, zoals het Jan van Es Instituut. De landelijke ontwikkelingen worden uiteraard gevolgd. Neem bijvoorbeeld de nieuwe aanspraak wijkverpleging. “In elke regio speelt de vraag hoe deze aanspraak wordt ingevuld. Dat vraagt om maatwerk. Daar kun je geen landelijke afspraken over maken. De wijkverpleegkundigen vragen om ondersteuning van een ROS, zodat zij hun rol als zelfstandige professionals in de eerste lijn goed kunnen oppakken. Hierover zijn we in gesprek met de V&VN.”

Wijkverpleegkundigen hebben zetje nodig
Jongejan vindt het nog te vroeg om zich uit te spreken over de rol en positie van de wijkverpleging. Voorzichtig concludeert hij dat de wijkverpleegkundigen een zetje kunnen gebruiken om een zelfstandige positie binnen de eerste lijn te verwerven. “Hoe worden zij de voelsprieten in de wijk? Hoe krijgt de samenwerking met de sociale teams en huisartsen vorm? Ze werken vanuit grote thuiszorgorganisaties en hier en daar zien we samenwerkingsvormen van wijkverpleegkundigen ontstaan. Het vraagt ook hier om maatwerk om hen goed te ondersteunen.”

Corina de Feijter

 

ros_netwerk_zorgenzLandelijk netwerk – Gezamenlijk vormen de ROS’en een landelijk dekkend netwerk dat kennis en ervaring uit de regio’s uitwisselt en bundelt voor regionale samenwerking aan veranderingen in de zorg op onderwerpen zoals wijkgericht werken, substitutie, geïntegreerde gebiedsanalyses en zorgthema’s. De ROS’en zijn aangesloten bij InEen, brancheorganisatie van de eerste lijn.

 

 

(Foto: Caransscoop)

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *