Wachttijden in de ggz zijn te lang

Wachttijden in de ggz zijn te lang

Datum: 13 april 2018

De wachttijden in de ggz zijn te lang, zowel de specialistische als de basis-ggz. De maximaal aanvaardbare wachttijd volgens de Treeknorm is 4 weken voor de aanmeldwachttijd en 14 weken voor de totale wachttijd. Maar dit wordt in veel regio’s in het land overschreden. Staatssecretaris Blokhuis vindt dat heel teleurstellend en spreekt betrokken partijen stevig aan op hun verantwoordelijkheid. “Ik zie dat er meer kan.”

Uit overzicht van de NZa met de tussenstand blijkt dat de wachttijden in de ggz waarschijnlijk niet binnen de geldende normen zijn teruggebracht, terwijl dat vorig jaar wel is afgesproken. In de basis-ggz  zijn de wachttijden het langst in Midden-IJssel en Flevoland. In de gespecialiseerde ggz moeten vooral patiënten in Midden-Holland lang wachten.

Ondersteuning tijdens wachttijd
Paul Blokhuis vindt dat de kwaliteit van de geestelijke gezondheidszorg ook moet gaan over de periode dat mensen wachten op zorg, de aanmeldwachttijd. “Er zijn ggz-instellingen die hele goede resultaten laten zien met de manier waarop zij patiënten ondersteunen tijdens het wachten op behandeling. Als het in die organisaties kan, moet dat op andere plekken ook kunnen. Ik verwacht van aanbieders dat zij hier veel meer werk van maken.”

Blokhuis heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd gevraagd te kijken of de wachttijd voor aanmelden kan worden opgenomen in het toetsingskader voor de beoordeling van de kwaliteit. De NZa heeft gerichte controles aangekondigd bij zorgverzekeraars, die verantwoordelijk zijn voor de zorginkoop en de wachttijdbemiddeling. In haar bericht schrijft ze: ‘Verzekerden die te lang op ggz-zorg moeten wachten kunnen hun zorgverzekeraar vragen om hen door te bemiddelen naar een zorgaanbieder die eerder tijd heeft. Als dit niet goed gaat, kunnen mensen zich melden bij het meldpunt van de NZa.”

Wachttijdbemiddeling
De staatssecretaris verwacht veel meer inspanningen om mensen die zich aanmelden te wijzen op de mogelijkheid tot wachttijdbemiddeling. “Voorlichting daarover moet echt actiever. En dat betekent dus niet alleen een regel ergens op een website. Maar bijvoorbeeld bij een eerste gesprek kan een aanbieder ook al melden dat een verzekeraar kan helpen bij wachttijdbemiddeling.”

Regionale aanpak
De staatssecretaris stelt extra geld beschikbaar voor de zogenaamde regionale taskforces. Hiervan zijn er eind vorig jaar al 8 gestart onder leiding van KPMG. De ervaringen zijn positief. Er wordt gekeken naar knelpunten en gezocht naar oplossingen. Via deze aanpak wordt duidelijk wat het beste werkt, zodat anderen daar ook in de praktijk mee aan de slag kunnen.

Leren van successen
Blokhuis is ook hoopvol over de samenwerking die op gang is gekomen. “Dat mensen elkaar nu weten te vinden, zeker op regionaal niveau, is echt winst. Je ziet mooie voorbeelden van aanbieders die wel de wachttijd weten in te korten en mensen goed helpen terwijl ze wachten. Het is mooi dat deze successen hun weg vinden van de ene naar de andere organisatie. Dat moet natuurlijk in heel Nederland gebeuren.”

Zie ook het Trimbos-rapport “Opbouw ambulante GGZ”. Deze quickscan betreft de afspraken die gaan over de opbouw van ambulante zorg in zorginkoop en -verkoop voor 2018.

(Foto: Shutterstock)

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *