Achterhoekse wijkverpleegkundigen zelf aan het roer

Achterhoekse wijkverpleegkundigen zelf aan het roer

Datum: 4 oktober 2016
wilma_nijenhuis_marieke_reijers_zorgenz

Marieke Reijers, wijkverpleegkundige bij Sensire in het Gelderse Gaanderen (r.) en Wilma Nijenhuis, adviseur bij Caransscoop, na de fusie met Progez nu Proscoop. (Fotografie: Tanja Bouwhuis)

TEAMOPBOUW IN DE WIJK (3) – In de Achterhoek streven wijkverpleegkundigen naar een regionaal platform. Met als doel een verdere professionalisering en het creëren van een duidelijk aanspreekpunt voor deze beroepsgroep naar externe partijen. Proscoop (voorheen Caransscoop) helpt de wijkverpleegkundigen daarbij.

Marieke Reijers is wijkverpleegkundige in Gaanderen. In september is ze gestart met het ambassadeurstraject. In haar wijk spelen diverse zorgvragen. “Er is een groep 75-plussers, maar we hebben ook andere cliënten, iemand met MS of een jonge vrouw met borstkanker waar we de wondcontrole doen.” Volgens Marieke zijn cliënten al gewend aan het zorgbeleid waarin ze meer zelf moeten doen. “Ze vinden het niet meer vanzelfsprekend dat wij beschikbaar zijn. Ze denken al na over hoe ze toch zelfstandig thuis kunnen blijven wonen, of met minder hulp toekunnen. Dat kan door bijvoorbeeld aanpassingen in het huis. Ook merk ik dat de kinderen ict inzetten of domotica. Dat zoeken mensen zelf uit.”

Op 20 september schetste José van Dorst, voorzitter van de vakgroep Wijkverpleegkundigen V&VN in een uitgebreid interview op Zorgenz de actuele situatie in de wijkverpleging. Dat is nuttige achtergrond bij deze serie wijkverpleegkunde in de praktijk.

Gemeente kent geen spoed
Er is een sociaal wijkteam maar Marieke maakt daar geen deel vanuit. “We weten elkaar als zorg- en welzijnsverleners zo ook goed te vinden, we hebben onderling veel lijntjes. Bij ons is het contact niet geformaliseerd. Ik overleg regelmatig met buurtcoaches van de gemeente, met Wmo-consulenten, maar ook met huisartsen en praktijkondersteuners. Als het nodig is om een cliënt gezamenlijk te bespreken, trommelen we elkaar op. Ik werk samen met vaste contactpersonen bij de gemeente, dat gaat vlot. Alleen kent de gemeente geen spoed. Als iemand met een gebroken heup uit het ziekenhuis weer thuis komt en hulp nodig heeft bij de maaltijden of het huishouden, dan gebeurt het dat iemand zes weken moet wachten. Meestal lossen we dat in het netwerk op, maar het is vaak een grote belasting voor de mantelzorgers.”

Steuntje in de rug
Proscoop heeft de wijkverpleegkundigen goed in het vizier. “Zij hebben een belangrijke rol in de eerste lijn en hebben meer zelfstandigheid verworven. We willen hen een steuntje in de rug geven, ook bij het oppakken van hun rol in de samenwerking met andere zorg- en welzijnsprofessionals. Dat hebben we destijds ook bij de diëtisten gedaan. Na een enquête in 2015 hebben wij bij deze beroepsgroep gekeken naar een passende organisatievorm, zodat ze elkaar snel kunnen vinden en afspraken kunnen maken”, verklaart Wilma Nijenhuis, adviseur bij deze grote ROS. “Een van de wensen was toen al om een regionaal platform op te richten.”

Achterhoek voortvarend aan de slag, andere regio’s volgden
In drie regio’s, Achterhoek, Arnhem en de Stedendriehoek Apeldoorn, Deventer, Zutphen, heeft de ROS vorig jaar bijeenkomsten gehouden. Ook de zorgverzekeraars (Menzis, Achmea/Zilveren Kruis en Eno) en V&VN waren uitgenodigd. “Deze bijeenkomsten hebben we voorbereid met een regiegroep waarin wijkverpleegkundigen uit de drie regio’s zitten. Zij hebben onze mail met de uitnodiging voor de bijeenkomst doorgestuurd naar al hun collega’s.” Bij de bijeenkomst in de Achterhoek waren 70, in Arnhem 50 en in de Stedendriehoek 40 wijkverpleegkundigen aanwezig. Vooral de Achterhoek is daarna voortvarend aan het werk gegaan. Arnhem en daarna Stedendriehoek volgden later. Wilma: “De energie moet in de regio zitten. Het geeft geen zin om dit van bovenaf op te leggen. Als ROS hebben we de bijeenkomsten opgestart, maar we zien nu dat de wijkverpleegkundigen het zelf organiseren, zelf aan het roer gaan staan. Dat is ook de bedoeling.”

Als ROS hebben we de bijeenkomsten opgestart, maar we zien nu dat de wijkverpleegkundigen het zelf organiseren.

Hoe pak je de regie?
Marieke Reijers, in dienst van de thuiszorgorganisatie Sensire, maakt deel uit van de regiegroep voor wijkverpleegkundigen. “In de eerste bijeenkomsten hebben we besproken hoe we omgaan met onze zelfstandigheid, hoe we elkaar kunnen steunen, los van de organisaties waar we werken. Ook hebben we informatie gedeeld over de wet- en regelgeving.”
In de Achterhoek gaat nu een regiogroep de krachtenbundeling verder oppakken. “Er wordt nog te weinig met ons gepraat. We willen onze krachten bundelen, zodat we samen een standpunt kunnen innemen. Het zou mooi zijn als we in onze groep wijkverpleegkundigen hebben die als onze vertegenwoordigers met externe partijen kunnen praten”, zegt Marieke.
In de regiogroep bespreken de wijkverpleegkundigen ook casuïstiek en hoe je teammedewerkers kunt stimuleren. “We praten over grenzen in de zorg en hoe je omgaat met het aanvragen van een Wlz-indicatie. Het is heel belangrijk om daarover met elkaar te kunnen praten, los van je organisatie. We zijn gewend dat de organisatie bepaalt wat we moeten doen, maar we mogen dat nu zelf bepalen. Maar hoe pak je die regie? Durf je die positie in te nemen? Wat heb je daarvoor nodig? Hoe krijg je het team mee? Waar ben ik goed in?”

“We willen meer body krijgen richting externe partijen”

regiogroep_wijkverpleegkundige_achterhoek_zorgenz

Een gedeelte van de leden van de regiogroep Wijkverpleegkundig platform Achterhoek. (Fotografie: Tanja Bouwhuis)

Als olievlek gaan werken
Op 7 juni jl. werd in het Gelderse Hengelo een vergadering georganiseerd waar zo’n vijftig wijkverpleegkundigen van verschillende thuiszorgorganisaties aanwezig waren en spraken over de behoefte aan een platform. Marieke Reijers: “Ik hoop dat we nog meer collega’s kunnen gaan bereiken, het moet als een olievlek gaan werken. We willen meer body krijgen richting externe partijen. We willen ons verder professionaliseren: waar staan we voor, wat hebben we nodig om ons vak goed uit te oefenen? Hoe kunnen we ons persoonlijk verder ontwikkelen?”
De bijeenkomst was een eerste aanzet. “Ik zie het nu nog als een hulpmiddel voor onszelf om elkaar te gaan vinden. De tijd moet uitwijzen of dit de juiste manier is en of dit goed bij ons past. Ik zie dat de huisartsen dit goed voor elkaar hebben en via de overlegtafels op gemeenteniveau een goede overlegstructuur hebben. We kunnen veel van hen leren. Het geeft veel energie als je met een collega over iets praat die niet met jouw leidinggevende te maken heeft. Je leert buiten je eigen kaders te denken”, aldus Marieke.

Gaat dat bij jullie organisatie echt zo?
Wilma kijkt positief terug op de bijeenkomst begin juni. “We zien een kleine groep geëngageerde wijkverpleegkundigen, maar er zijn er ook die het voorstel voor de oprichting van een platform nog abstract vinden. Het gaat er vooral om dat ze elkaar buiten hun organisatie om gemakkelijker kunnen ontmoeten. Zodat ze kunnen zeggen: ‘Gaat dat bij jullie organisatie echt zo? Hoe komt het dat jullie indicaties er gemakkelijker doorheen komen?’ We hebben niet de illusie dat een platform de enige manier is. Wij hebben de wijsheid niet in pacht. Als wijkverpleegkundigen zeggen dat zij bepalen wat er gebeurt, dan denk ik: ze staan er al anders in.”

Corina de Feijter

logo_zonmw_zorgenzTeamopbouw in de wijk – In een serie over wijkverpleegkundige zorg komen de actuele vragen aan bod. Het zijn interviews met wijkverpleegkundigen over hun positie in de wijk en de eerste lijn, de toegenomen samenwerking met andere zorgprofessionals en de steun die ze daarbij kunnen krijgen van ROS’en. Het creëren van die positie hangt samen met de bekostiging van de wijkverpleging sinds januari 2015 vanuit de Zorgverzekeringswet, waardoor de wijkverpleegkundigen ook nieuwe taken hebben gekregen. ZonMw, die deze serie mogelijk maakt via het programma Zichtbare schakel, ondersteunt deze herpositionering in de wijk.
Deel 1 van Teamopbouw in de wijk zijn twee interviews met wijkverpleegkundige en ambassadeur Manuela van Stijn en ZONH-adviseur Monique de Wit.
Deel 2 van Teamopbouw in de wijk is een interview over ouderenzorg in de Haarlemmermeer met wijkverpleegkundige Ilse van Dam en Reos-adviseur Monica van Papendrecht.

 

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *