42 substitutie ideeën onderzocht: wat werkt, wat niet en wat misschien?

42 substitutie ideeën onderzocht: wat werkt, wat niet en wat misschien?

Datum: 22 september 2016

substitutie_onderzocht_zorgenzCOLUMN EDWIN VELZEL – 4 –  Er zijn veel ideeën over de manier waarop je tweedelijns zorg zou kunnen verschuiven naar de eerste lijn of naar de thuissituatie. Maar er is nog weinig inzicht in welke ideeën echt werken en welke niet. En in de mate waarin dat dan tot lagere, gelijkblijvende of hogere zorgkosten leidt. Als we ‘evidence based’ zorg willen leveren, moeten we dus op zoek naar ‘evidence’ voor de effectiviteit van maatregelen in substitutie.

De National Health Service (NHS) in Engeland is in 2006 op zoek gegaan naar bewijsvoering voor maatregelen om ziekenhuiszorg naar ‘voren’ te verschuiven. In het rapport ‘Making the Shift: Key Succes Factors – A rapid review of best practice in schifting hospital care into the community’ is uitgebreid internationaal literatuuronderzoek gedaan naar rapporten over mogelijke maatregelen. De resultaten van 613 onderzoeken wereldwijd zijn in dit rapport samengevat. Het rapport nodigt uit tot verdere verdieping en doorlezen: het bevat 670 referenties naar achterliggende bronnen.

Zorgenz neemt vier columns over substitutie over die Edwin Velzel op zijn website InzichtinZorg.nl heeft geplaatst. De eerste column verscheen op 19 september, de tweede column op 20 september en de derde column op 21 september. Dit is de laatste column in de serie van vier.

Toepasbaar in Nederland
Ondanks dat het een Brits onderzoek is dat wereldwijde ervaringen bundelt uit allerlei verschillende zorgstelsels, staan er toch bevindingen in die goed toepasbaar zijn op de Nederlandse situatie. In deze column geef ik een overzicht van de bevindingen.
De maatregelen zijn onderverdeeld in vier categorieën:
– Integratie van zorg
– Substitutie
1. Verschuiving van zorg naar andere locaties
2. Verschuiving naar andere vaardigheden
3. Veranderingen van ziekenhuiszorg
4. Inzet van technologie
5. Ondersteuning van zelfzorg
6. Verschuiving naar andere organisaties
– Segmentatie van patiënten
– Vereenvoudiging van zorg

Op een rijtje gezet
Ik heb de maatregelen uit het rapport op een rijtje gezet, waarbij ik per maatregel aangeef of er bewijzen zijn gevonden in de onderzoeken voor een bijdrage een substitutie en lagere zorgkosten. Het effect geef ik een stoplicht-kleur: hoe groener hoe duidelijker het effect. De maatregelen die een negatief effect lijken te hebben zijn hebben hebben een rode kleur. In de kolom ‘Pag’ verwijs ik naar de pagina in het rapport dat het betreffende onderzoek bespreekt.
Voor sommige maatregelen is geen eenduidig bewijs gevonden. Deze hebben geen kleur in het overzicht. Dat betekent niet dat ze geen positief effect kunnen hebben op substitutie en lagere zorgkosten, maar dat dit (nog) nergens afdoende is bewezen of dat de onderzoeken elkaar tegenspreken. Wil je met zo’n maatregel aan de slag, dan is het aan te bevelen de achterliggende onderzoeken te beoordelen op de specifieke situatie van het onderzoek.

Nr Maatregel Pag Effect
1 Integratie van zorg
1.1 Geïntegreerde zorgprogramma’s (1e én 2e lijn) 6-7 50-85% minder opnames
1.2 Shared care tussen huisartsen en medisch specialisten

  • Alternerende afspraken
  • Gezamenlijk management van zorg
  • Gezamenlijke consulten
8-9 Geen bewijs gevonden
1.3 Multidisciplinaire teams in de eerste lijn 10 M.n. inzet fysiotherapeut
1.4 Integratie care/cure/sociaal domein 11 Beperkte bijdrage
1.5 Geïntegreerde teams in het ziekenhuis 11 M.n. effectief bij oudere patiënten
1.6 Eerstelijns zorgaanbieders in het ziekenhuis 12 Beperkt bewijs
1.7 Multidisciplinaire teams na ontslag uit ziekenhuis 12 Geen bewijs, nazorg kan ook in eerste lijn
2 Substitutie
2.a Verschuiving van zorg naar andere locaties
2.a.1 Verschuiving van ziekenhuiszorg naar thuis 13 Wel substitutie, waarschijnlijk geen lagere kosten
2.a.2 Verzorging thuis 14 Beperkte bijdrage
2.a.3 Huisbezoeken na ontslag uit ziekenhuis 15 Vaak in combinatie met ander zorg
2.a.4 Anderhalvelijnszorg / Intermediate care 16 Wordt verschillend ingevuld, geen algemeen bewijs
2.a.5 Poliklinieken in de eerste lijn (buitenpoli’s) 17 Beperkt bewijs, leidt vaak tot hogere kosten
2.a.6 Verschuiving routine poliklinische zorg naar huisartsen 18 Wisselend bewijs, wel gewaardeerd door patiënten
2.a.7 Verschuiving nazorg na ontslag uit ziekenhuis naar huisartsen 19 Enig bewijs, onduidelijk wat het effect is op zorgkosten
2.b Verschuiving naar andere vaardigheden
2.b.1 Patiënten die andere patiënten helpen 20 Lijkt veelbelovend (chronische zorg, GGZ, verslavingszorg)
2.b.2 Verschuiving naar verpleegkundigen 20
2.b.3 Inzet van gespecialiseerde verpleegkundigen 21
2.b.4 Multidisciplinaire eerstelijns GGZ teams 21  Duidelijk effect
2.b.5 Subspecialisatie van huisartsen 22 Geen eenduidig bewijs, soms meer verwijzingen naar collega huisartsen
2.b.6 Kleine chirurgie door huisartsen 23 Kwaliteit niet beter, kosten hoger
2.c Veranderingen van ziekenhuiszorg
2.c.1 Snelle toegang klinieken 24 Lijkt niet bij te dragen aan substitutie
2.c.2 Observatie units 24 Beperkte bijdrage
2.c.3 Dagziekenhuizen 25 Wisselend bewijs
2.c.4 Ontslagplanning 25 Leidt tot kortere opnameduur
2.d Inzet van technologie
2.d.1 Tele-consulten 26 Veelbelovend. Effect op kosten nog onduidelijk
2.d.2 Tele-monitoring 27 Mits opgevolgd door telefonisch contact
2.d.3 Tele-care bij chronische zorg / depressie, etc 28-29  Beperkte bijdrage
2.e Ondersteuning van zelfzorg
2.e.1 Informatie toegankelijk maken 30-31
2.e.2 Zelfmanagement educatie 32 Langere termijn effecten chronische patiënten nog onduidelijk
2.e.3 Zelfmonitoring 33 Veelbelovend, enig bewijs gevonden, nog wel onzeker
2.e.4 Individuele zorgplannen 34 Geen overtuigend bewijs gevonden
2.e.5 Persoonlijke gezondheidsdossiers 34 Leidt niet tot substitutie
2.e.6 Nazorg op afroep van patiënten (zonder afspraak) 35 Duidelijk effect
2.e.7 Professionals zich laten aanpassen aan zelfzorg 36
2.f Verschuiving naar andere organisaties
2.f.1 Zelfstandige behandelcentra 37
2.f.2 Verschuiving naar gemeenschapscentra, vrijwilligerswerk, etc. 37 Veelbelovend, impact nog vrij onduidelijk
3 Segmentatie van patiëntengroepen
3.a Segmentatie op basis van aandoening 38 Geen bewijs gevonden
3.b Segmentatie op basis van risico-assessment 38-39 Focus op hoog-risico groepen lijkt effect te hebben
3.c Aanpassen van verwijsgedrag van huisartsen voor specifieke groepen 40 Richtlijnen, ruggespraak met collega’s, opleiding en feedback (geen directe financiële prikkels)
4 Vereenvoudiging van zorg
4.a Geformaliseerde zorgpaden 41 Enig bewijs gevonden voor specifieke patiëntengroepen
4.b Directe toegang tot tweedelijnsdiagnostiek voor huisartsen 41 Bewijs gevonden voor (eenvoudiger) diagnostiek die de huisarts kent, niet voor complexere diagnostiek
4.c Directe toegang van huisartsen tot specifieke specialisten 43 Niet relevant voor Nederlandse situatie; hier werkt het al zo

Hopelijk zit hier iets tussen waar je wat aan hebt voor jouw situatie. En nogmaals, ook als is er geen overtuigend en eenduidig bewijs gevonden, dat wil nog niet zeggen dat het niet werkt. De achterliggende onderzoeken kunnen je helpen om op de specifieke aandachtspunten voor een bepaalde maatregel te letten.
Ik heb het rapport gelezen en hier samengevat, maar ik heb (nog) niet alle achterliggende onderzoeken doorgenomen (670 referenties!). Als je wilt dat ik in een volgende bijdrage eens dieper inga op één van deze onderwerpen, reageer dan hieronder – ik zal kijken wat ik kan doen.
Of als je aanvullend bewijs hebt voor één van de genoemde maatregelen, of voor een nog niet genoemde maatregel, laat het dan weten. Als ik voldoende input krijg maak ik met alle plezier over een tijdje een nieuwe versie van bovenstaande lijst!

 

edwin-velzel-grootOp zoek naar hoe het écht werkt! Inzicht in Zorg is een blog van Edwin Velzel. Hij is ingenieur en zegt: “Misschien heeft het daarmee te maken, maar ik wil graag weten hoe dingen werken. Apparaten open maken en uit elkaar halen, je kent dat wel. Gedurende mijn loopbaan – eerst ICT, daarna sociale zekerheid en vervolgens (zorg)verzekeringen – ben ik in de gezondheidszorg verzeild geraakt. Eerst als bestuursvoorzitter van een grote zorgverzekeraar en vanaf 2010 als onafhankelijk adviseur. De gezondheidszorg is een boeiende en motiverende wereld met veel betrokken mensen. Maar ook een ingewikkeld en complex systeem. Waar veel dingen anders werken dan je zou denken (en soms zou willen). Als ingenieur ben ik geïnteresseerd in hoe het ècht werkt en minder in hoe het zou moeten werken.” De illustraties bij de columns maakt Edwin Velzel zelf.

Herkent u zich in deze problematiek? Heeft u suggesties hoe we die kunnen oplossen of zelfs succesvolle voorbeelden? Laat het weten aan Edwin Velzel dan kan hij daarop ingaan. Volg zijn blog via e-mail als u regelmatig nieuwe inzichten in de zorg wilt ontvangen.

 

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

1 Comment

  1. Graag wil ik reageren op bovenstaand: met name op de punten 2.b.5 en 2.b.6. Ik ben een ‘gesubspecialiseerd’ huisarts en verricht kleine chirurgie (sterilisatie van de man) waarbij ‘het’ (=substitutie) wel werkt. Dezelfde of betere kwaliteit, grote patiënt-tevredenheid, lagere kosten en ‘meer in de watten’. Huisartsen weten mij steeds beter te vinden en patiënten ook. Deze week nota bene de 1e aanmelding voor de ingreep uit het buitenland. Het kan dus substitutie, alleen het komt niet aanwaaien. Misschien dat het in mijn naam zit dat ik doorgezet heb want het is ECHT erg leuk om te doen…!

    Post a Reply

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *