Transmurale Zorgbrug+ zet wijkverpleegkundige in

Transmurale Zorgbrug+ zet wijkverpleegkundige in

Datum: 2 november 2015

wilma_scholte_op_reimer_zorgenzDe Transmurale Zorgbrug, een werkwijze waarbij een grote rol is weggelegd voor de wijkverpleegkundige, krijgt in het AMC in Amsterdam een vervolg: de Transmurale Zorgbrug+, gericht op patiënten met cardiologische aandoeningen. Dat maakte Wilma Scholte op Reimer, voorzitter van het Domein Gezondheid van de Hogeschool van Amsterdam, onlangs bekend tijdens de Cordaanlezing.

De Transmurale Zorgburg geriatrie is inmiddels ingeburgerd bij diverse ziekenhuizen en zorgorganisaties. De werkwijze houdt in dat bij opname van een oudere, op basis van een gevalideerde methode, een inschatting wordt gemaakt van de risico’s die aan een opname en behandeling zijn verbonden. Het geriatrieteam treedt als hoofdbehandelaar op als er sprake is van een verhoogd risico. In overleg met de oudere wordt een integraal behandelplan voor het ziekenhuis en thuis opgesteld. Na behandeling vindt een warme overdracht naar huis plaats. De wijkverpleegkundige draagt zorg voor deze overdracht en volgt thuis samen met de oudere en diens mantelzorgers het proces van revalidatie en herstel.

Effect Transmurale Zorgbrug: na opname 40% lagere sterfte
Scholte op Reimer toont zich enthousiast. “Het is een werkwijze waarbij de patiënt centraal staat, ook tijdens de opname en thuis. De wijkverpleegkundige kent het levensverhaal van de patiënt en is betrokken bij de overdracht. Ze denkt mee en gaat snel op huisbezoek.” Dat verklaart volgens haar voor een groot deel het succes van deze werkwijze. Er is behoefte aan begeleiding na ontslag. Vooral deze warme overdracht draagt bij aan veiligere zorg voor ouderen. De lector noemt de effecten van de Transmurale Zorgburg spectaculair: de werkwijze leidt tot veertig procent lagere sterfte na een ziekenhuisopname.

Breed kijken naar cardiologische patiënten
Scholte op Reimer werkt nog steeds één dag in de twee weken als verpleegkundige bij de hartrevalidatie en is ze betrokken bij CVRM. Dat bracht haar op het idee om de werkwijze van de Transmurale Zorgbrug uit te breiden naar deze categorie: patiënten met een cardiologische aandoening. Er is volgens haar winst te behalen in de eerste week na de ziekenhuisopname als het gaat om het voorkomen van een heropname. Gemakshalve heeft Scholte op Reimer de ontwikkelde werkwijze Transmurale Zorgbrug+ genoemd. “In deze werkwijze leggen we een verbinding tussen casemanagement en diseasemanagement. We kijken heel breed, dus ook naar de medicatie en leefstijl. We willen functionele thuisrevalidatie gaan geven. Dat is duurder, maar wel effectiever.” Het vereist interprofessioneel samenwerken, met gezamenlijke besluitvorming.

Richtlijnen en gezondheidsadviezen conflicteren met elkaar
‘Nieuwe klanten, nieuwe wensen. De klant verandert, verandert de zorg mee?’, dat was het thema van de vijfde Cordaanlezing. De patiënten (Scholte op Reimer praat liever over patiënten dan klanten) van vandaag zien er inderdaad anders uit dan toen zij begin jaren tachtig werd opgeleid tot wijkverpleegkundige. “Het zijn mensen met een complexe zorgbehoefte, die veel problemen tegelijkertijd hebben en ook te maken hebben met veel professionals die vanuit één ziektebeeld redeneren. Ook hun richtlijnen en gezondheidsadviezen conflicteren met elkaar, omdat ze ontwikkeld zijn voor één ziektebeeld. Het zijn patiënten die vaak uitgesloten zijn van onderzoek.” We zien een toename van het aantal ouderen op de Spoedeisende Hulp. Ze melden zich met vermoeidheidsklachten, zijn passief en zijn bang om te vallen. In 2030 zullen Amsterdammers vooral kampen met problemen rond mobiliteit en eenzaamheid.

Docenten hbo-V gaan stage lopen in praktijk
De praktijk, opleiden en onderzoek, het zijn drie gebieden die voor Scholte op Reimer nauw samenhangen en die ze met elkaar wil verbinden in haar functie als voorzitter van het Domein Gezondheid, dat samen met het Academisch Medisch Centrum (AMC) acht opleidingen omvat waarmee ruim 3.500 studenten naar internationale maatstaven worden opgeleid tot gezondheidszorgprofessionals. Nog minder dan vijf procent van de studenten hbo-V kiest tegenwoordig voor het werken in de wijk. “Dat was toen ik werd opgeleid tot wijkverpleegkundige wel anders, toen vond je het een spannend en zelfstandig beroep.” Er zijn inmiddels initiatieven gestart om meer studenten warm te krijgen voor de wijkverpleging. Zo worden de curricula van de opleidingen aangepast en gaan docenten stage lopen in de wijk.

Corina de Feijter

Onder de naam Amsterdam School of Health Professions bundelen de HvA, het AMC en de Universiteit van Amsterdam (UvA) hun expertise over paramedisch en verpleegkundig onderwijs, onderzoek en patiëntenzorg.

(Foto: Hogeschool van Amsterdam/Johannes Abeling)

Gerelateerde berichten

Author: Zorgenz

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *